Prinsjesdag: vanaf 2020 verlaagd btw tarief op digitale publicaties
Op Prinsjesdag 2019 presenteerde het kabinet ook het wetsvoorstel Belastingplan 2020. Belangrijk punt voor media-bedrijven was de belofte dat in 2020 het lage btw-tarief zal gaan gelden op digitale publicaties en dat deze daarmee gelijk getrokken worden met hun fysieke tegenhanger. De Mediafederatie heeft intussen ook gereageerd op de plannen.
In de aanbestedingsbrief bij het belastingplan formuleert het kabinet de maatregelals volgt:
"Daarnaast neemt het kabinet vanaf volgend jaar het bestaande verschil in btw-behandeling weg tussen het leveren en uitlenen van boeken, kranten en tijdschriften op een fysieke drager of langs elektronische weg. Voor beide situaties wordt straks het verlaagde btw-tarief toegepast van 9 procent. Elektronisch geleverde boeken, kranten en tijdschriften kunnen hierdoor goedkoper worden.
Het verlaagde btw tarief geldt ook voor de toegangverlening tot nieuwswebsites van kranten, tijdschriften of journalistieke onderzoeksplatforms. Bovendien vallen downloadbare luisterboeken, bladmuziek en leermiddelen voor het onderwijs straks onder het verlaagde btw-tarief"
De Mediafederatie juicht de introductie van het verlaagde tarief voor e-publicaties toe. De Mediafederatie heeft eerder dit jaar in een consultatiebijdrage over dit voorstel en in diverse gesprekken met het ministerie van Financiën met klem gepleit voor meer ruimte om digitale publicaties onder het lage tarief te brengen.
De Mediafederatie is verheugd dat het uiteindelijke wetsvoorstel de volgende belangrijke aanpassingen bevat:
- Voor de vergelijkbaarheid tussen fysieke en digitale publicaties is afgestapt van de verschijningsvorm als bepalend criterium. Op voorstel van de Mediafederatie is gekozen voor vergelijkbaarheid naar inhoud en gebruik. Deze norm is werkbaarder en toekomstbestendiger.
- Het verlaagde tarief wordt ook van toepassing op nieuwssites en -apps van bijvoorbeeld dagbladen, weekbladen en tijdschriften. Continu en onregelmatig geüpdatete websites en websites voor onderzoeksjournalistiek vallen dus expliciet onder de verruiming.
- Nieuwssites en -apps die worden aangepast aan de voorkeursselectie van individuele gebruikers gaan eveneens onder het lage tarief vallen. Wel moet voor iedere gebruiker dezelfde inhoud ter beschikking staan. Het toevoegen van video en audio aan e-publicaties is toegestaan onder de nieuwe regels, tenzij de inhoud van een publicatie hier hoofdzakelijk of volledig uit bestaat. Het strengere vereiste van bijkomstigheid is losgelaten.
- Databanken met collecties van tijdschriften en boeken kunnen eveneens onder het verlaagde tarief gebracht worden.
Discussiepunten
Hoewel de Mediafederatie positief is gestemd over deze aanpassingen, verwacht de federatie dat de nieuwe regeling op een aantal punten nog tot discussie zal leiden:
- Databanken die als hoofddoel het toegankelijk maken van informatie hebben en hiervoor niet de vorm van tijdschriften en/of boeken kiezen, kunnen geen gebruik maken van het verlaagde tarief. Dit is ongunstig voor nieuwe, innovatieve informatiedatabanken. Bovendien zal het in de praktijk niet eenvoudig zijn om onderscheid te maken tussen ‘databanken van boeken en tijdschriften’ en ‘databanken die informatie toegankelijk maken’.
- Voor andere e-publicaties dan nieuwswebsites geldt dat deze ‘statisch en voor alle afnemers hetzelfde’ moeten zijn. Toevoeging van interactieve kaarten, reactiemogelijkheden en dergelijke aan reguliere e-publicaties kan daardoor het verlaagde tarief onmogelijk maken. Ook met toevoeging van niet-dynamische extra digitale gebruikersfaciliteiten kan het verlaagde tarief in gevaar komen. Dit is overigens niet zo als de toevoeging slechts bijkomend is.
- Betalingen voor het weglaten van advertenties in publicaties vallen niet onder het verlaagde tarief.
- Over ontbundeling van publicaties — het afzonderlijk aanbieden van losse artikelen, hoofdstukken enzovoort — wordt niet gesproken. Het zou kunnen dat bepaalde vormen van ontbundeling buiten het verlaagde tarief zullen blijven.
De Mediafederatie zal over deze onderwerpen in overleg treden met het ministerie van Financiën.