Een foto van de wereld
Ze staan allemaal met de rug naar mij toe, de encyclopediedelen uit mijn verzameling. De oudste is de Meyers Konversationslexikon van 1871 en de meest recente de Grote Spectrum Encyclopedie (GSE) van 1973. Alle naslagwerken uit de verzameling pretendeerden een foto van de wereld te geven, maar waren vaak al hopeloos verouderd door de gebruikte redactionele methodes van kilometerlange rijen met fiches van verwijzingen en handgeschreven of later getypte artikelen. Dat veranderde met de komst van computer.
In 1970 kreeg een aantal redacteuren van de GSE de opdracht om een catalogus van de wereld te ontwikkelen ten behoeve van een nieuw nasla(g)werk. Deze encyclopedie zou anders zijn dan de bestaande naslagwerken. Het zou een foto van de hedendaagse wereld moeten zijn, met veel sociologie. Geen naslagwerk vol met Griekse en Romeinse mythische figuren zoals de naoorlogse editie van de Winkler Prins, de zogenaamde Hiltermann-editie (naar hoofdredacteur G.B.J. Hiltermann, die vooral bekend werd omdat hij 44 jaar lang De Toestand in de Wereld besprak in het AVRO Radiojournaal, red.).
Classificatie
Maar hoe maak je zo’n catalogus en breng je er orde in aan?
In een gesprek met een bibliothecaris van een universiteitsbibliotheek werden classificaties aangereikt: de Dewey Decimale Code (DDC) of de Universele Decimale Code (UDC). De DDC en de UDC bestonden beide uit negen allesomvattende categorieën. Met de UDC kon een document niet alleen in een categorie worden ondergebracht, maar er kon ook informatie over de inhoud van het document worden ontsloten met behulp van thematische trefwoorden. Uiteindelijk nam de GSE de indeling in negen allesomvattende categorieën over. Binnen deze categorieën konden de lemma’s voor toekomstige artikelen worden ingevuld, waardoor een totaalbeeld van de verschillende disciplines ontstond en uiteindelijk een foto ontwikkeld werd van de wereld in de jaren zeventig.
Redactioneel systeem
Nu is zo’n classificatiesysteem een prima handvat. Maar wil je een eigentijdse foto van de wereld maken, dan is een sluitertijd van vijf jaar productie voor een encyclopedie te lang. Je moet als het ware de tijd bij kunnen houden. Bij de GSE werd hiervoor een computer ingezet bij het bedrijf Infonet, dat toen één van de weinige bedrijven was dat ervaring had met redactionele systemen. Behalve voor het registreren van het classificatiesysteem, werd de computer ook ingezet verwijzingen te controleren, zoals het voorkomen van slagverwijzingen, voor de beheersing van de artikelomvang, de artikel- en auteursadministratie en het fotozetten. Bovendien werd gehoopt dat er deelencyclopedieën mee gemaakt konden worden (hetgeen een fictie bleek). Verder zou de methode elektronische encyclopedieën mogelijk moeten maken, zoals de Encytel (op Viditel startbladzijde 3232) en de Philips CD-ROM/CD-i Interactieve Encyclopedie (editie 1996). Maar al deze naslagwerken waren geactualiseerde derivaten van gedrukte producten, geen echte foto’s van de toenmalige wereld.
Google en Wikipedia
Met internet kwam de grootste open wereldbibliotheek, met Google als index. Hierin is veel kennis bijeengebracht gebracht door internetgebruikers (knowledge sourcing), met name in Wikipedia. Maar een echte encyclopedie kan het niet genoemd worden; het is meer een verzameling van losse artikelen, die vage foto’s van de hedendaagse wereld toont.