Onderzoek bibliotheken: 'Negen normen onder de loep'
Wat zijn de sterke en minder sterke punten in de bibliotheekbranche? En hoe sterk is de relatie tussen de kwaliteit van de organisatie en wat de bibliotheek feitelijk aan diensten en activiteiten biedt? En wat is de toegevoegde waarde voor de gemeenschap? Op basis van beschikbare data hebben de Vereniging van Openbare Bibliotheken (VOB), de Certificeringsorganisatie Bibliotheekwerk, Cultuur en Taal (CBCT) en de KB nationale bibliotheek dat gezamenlijk onderzocht. Dit onderzoeksrapport is in de branche het eerste in zijn soort. Het kan daarom gezien worden als een goede opmaat voor vervolgonderzoek.
Kwaliteit en (organisatie)ontwikkeling hebben continu aandacht van de branche. In opdracht van VOB, CBCT en KB, heeft prof. dr. Frank Huysmans, hoogleraar Bibliotheekwetenschappen aan de Universiteit van Amsterdam, onderzoek gedaan. Hiervoor is gebruik gemaakt van de beschikbare data uit de zogenaamde derde certificeringsronde van de openbare bibliotheken (2014-2018) en de prestatiegegevens van openbare bibliotheken uit die periode.
Anton Kok, directeur a.i. VOB: “Het positieve beeld van bibliotheken dat naar voren komt uit de evaluatie van de bibliotheekwet (Wsob) zie je terug in het rapport. De openbare bibliotheken staan goed op de kaart maar het is belangrijk om kritisch te blijven kijken naar wat beter kan. Dit rapport maakt inzichtelijk hoe het is gesteld met de kwaliteit van de openbare bibliotheken en biedt handvatten om deze verder te verbeteren. Die kwaliteit is zowel lokaal als in het netwerk van belang voor een solide positie binnen het sociale en educatieve domein.”
Willem Camphuis, directeur CBCT: “We hebben nu voor de eerste keer de certificeringsscores van de hele branche over een langere periode bij elkaar en hebben een goed beeld van waar het goed gaat, maar ook van waar nog werk aan de winkel is. We hebben nu bijvoorbeeld, door de koppeling aan de Wsob-data, ook meer zicht op de relaties tussen organisatiekwaliteit en de omvang van het werkgebied van bibliotheken. Met de uitkomsten van dit onderzoeksrapport wordt het gesprek in de branche over kwaliteit en ontwikkeling gericht ondersteund. “
Lily Knibbeler, directeur KB nationale bibliotheek: “Dit rapport biedt een mooi startpunt om het functioneren van het ob-stelsel op basis van een veelheid aan databronnen te onderzoeken en de maatschappelijk toegevoegde waarde aan te tonen. Dit is erg zinvol in een tijd dat de bibliotheekbranche, naar aanleiding van de recente Wsob-evaluatie, bezig is met een convenant over haar toekomstige ontwikkelingen.”
Resultaten onderzoek
In dit onderzoeksrapport zijn negen normen onderzocht. Leiderschap en gemeente(n) sprongen er positief uit. Op het gebied van processen liggen er nog uitdagingen voor de branche. Bibliotheken met een middelgroot tot groot werkgebied scoorden op acht van de negen normen het hoogst, al waren de verschillen ten opzichte van de bibliotheken met het allerkleinste en allergrootste werkgebied niet heel groot. Tevens blijkt er een gering positieve samenhang te zijn tussen de organisatiekwaliteit en de wettelijke prestatie-indicatoren van bibliotheekorganisaties. Om deze samenhang verder kaart te brengen is vervolgonderzoek wenselijk.