J-lab onderzoekt het gebruik van geautomatiseerde tools door journalisten
Ook journalisten schakelen steeds vaker geautomatiseerde diensten in om saai werk over te nemen, zoals tools die zoek- en selectieprocessen automatiseren en zo het zoekproces vergemakkelijken. Selectie is echter nooit neutraal, maar afhankelijk van criteria die door programmeurs zijn bepaald, of – bij kunstmatige intelligentie – door het materiaal dat het systeem eerder heeft beoordeeld.
Dat hoeft niet slecht te zijn, maar het probleem bij de meest geavanceerde systemen is dat niemand weet hoe de criteria tot stand komen en dus ook niemand verantwoording kan afleggen. De werking van algoritmische systemen vaak ‘black-boxed’: ondoorzichtig. Een gebruiker weet wat hij invoert en ziet wat er vervolgens uitkomt maar heeft geen zicht op de geautomatiseerde tussenstappen die door hightech conglomeraten als Google, Apple, Facebook en Amazon in het systeem zijn ingevoerd. Dat is de reden dat J-lab onderzoek gaat doen naar de inzet van geautomatiseerde tools in de journalistiek.
Het lectoraat gaat de komende twee jaar onderzoek doen naar het gebruik van geautomatiseerde tools in de journalistiek. Er is een subsidie gehonoreerd door Raak-Publiek, een onderdeel van NWO (Nederlandse Organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek), die zich richt op het bevorderen van kennisontwikkeling- en toepassing om zo bij te dragen aan de vernieuwing in de beroepspraktijk. Dit onderzoek wordt uitvoerd met een consortium van zowel praktijk- als kennisorganisaties: NOS, Ombudsman publieke omroepen, Westlandse Omroep Stichting (WOS), Instituut Beeld en Geluid, Fontys Hogeschool, Universiteit van Amsterdam en Universiteit van Wenen.