Online nieuws: van fragmenten naar verhalen

Online nieuws: van fragmenten naar verhalen

 
Smit keek hoe drie nieuwsverhalen zich ontwikkelen op drie online platformen. In het bijzonder legde hij zich toe op drie gevalstudies. Op YouTube een aanval met chemische wapens op Gouta bij Damascus in 2013. Op Facebook de dood van Michael Brown in St. Louis in 2014. Op Wikipedia uit 2014 het neerhalen van de MH17 boven de Oekraïne. Wat bleek? De aanvankelijk onordelijk ogende stroom informatie stabiliseerde, alleen niet op dezelfde manier en niet even snel.

YouTube en gifgas  

In de gevalstudie van Gouta uit 2013 stelde Smit vast welke video’s van getuigen (witness videos) populair werden en welke werden vergeten. Wat opviel was dat het inkaderen en duiden van de verhalen van getuigen gedaan werd door andere gebruikers. Ook bleken journalisten van traditionele media het meest succesvol in het maken van visuele verhalen die goed zichtbaar bleven op YouTube. Uiteindelijk werd slechts 29% van de populairste filmpjes gemaakt door ooggetuigen.

Facebook en Mike Brown

De studie naar de Facebook pagina Justice for Mike Brown laat zie hoe het mechanisme van het platform Facebook er aan bijdroeg dat met name simpele verhaalelementen populair werden. Daarnaast zorgde met name de interactie tussen paginabeheerders en de doorgaans activistische gebruikers ervoor dat het verhaal van Brown stabiliseerde. Door de personaliseringsstructuur - op dit platform ligt altijd de nadruk op personen en het persoonlijke - van Facebook werd het emotionele verhaal bovendien snel het publieke verhaal.

MH17 en Wikipedia

Dat laatste effect was nog sterker zichtbaar op Wikipedia. Uiteindelijk bepaalde met name een handjevol redacteuren met meer rechten wat het verhaal werd over de neergehaalde vlucht naar Maleisië, onder meer door anderen ervan te weerhouden om inhoud van lemma’s te veranderen. Deze redacteuren bevoorrechten ook met name Westerse bronnen. Smit concludeert dit op basis van de discussies tussen wiki-redacteuren. De uitkomst is opvallend omdat Wikipedia een open platform voor en door gebruikers zegt te zijn. In de praktijk bepalen een strikte hiërarchie en gemeenschapszin de verhaalvorming.

Herinneringswerk

Smit concludeert op basis van deze deelonderzoeken dat tussen gebruikers van online platformen al snel hiërarchie ontstaat waarna gezag binnen die gemeenschap van het platform bepaalt wat het overblijvende verhaal wordt. Belangrijk is dat de verschillen in techniek en gebruikerscultuur beslissend zijn voor de exacte manier waarop dat gebeurt. Smit: ‘Zowel mensen als technologie dragen bij aan dat effect in de online herinneringsecologie.’