De strijd tegen de ontlezing

De strijd tegen de ontlezing

Ontlezing bij de jeugd is reëel

Dat het niet meevalt met de ontlezing onder jeugd en jongeren liet Annemarie Wenneker van het Sociaal en Cultureel Planbureau (SCP) zien. Het SCP voert twee onderzoeken naar tijdsbesteding uit. Een zeer langlopend TijdsBesteding Onderzoek (TBO) waarin sinds 1975 wordt onderzocht waaraan mensen hun tijd besteden. En het korter lopende MediaTijd, waarin men aangeeft welke media men op welke manier, welk apparaat consumeert. In beide onderzoeken deelnemers een week lang per tien minuten wat zij doen.
 
Uit het onderzoek blijkt dat het aantal lezers terugloopt, terwijl de tijd die de mensen die wel lezen daaraan besteden ongeveer gelijk blijft. Vooral ouderen (65+) blijven lezen. In de leeftijdsgroepen daaronder zijn iets minder mensen gaan lezen – al neemt het de afgelopen vijf jaar iets minder af dan de vijf jaren daarvoor. Vooral onder jongeren en jeugd is het aantal lezers aanzienlijk afgenomen.
 
Papier heeft nog steeds de voorkeur boven digitaal (30 minuten om 20 minuten per dag voor de lezers). Vooral nieuws wordt steeds meer digitaal gelezen. Tijdschriften hebben veel leestijd op papier verloren, terwijl daar nauwelijks digitale leestijd voor in de plaats is gekomen. Het hele rapport is te lezen op de site van het SCP.
 

Papier is beter en dat is geen nostalgie

Internationaal onderzoek, dat is te volgen op http://ereadcost.eu/, heeft aangetoond dat lezen van papier beter beklijft dan lezen van het scherm. Dat vertelde Adriaan van der Weel, bijzonder hoogleraar aan de Universiteit Leiden. Daarbij scheelt het wel vanaf welk scherm wordt gelezen: bij een handheld device als een tablet, e-reader of smartphone is het verschil minder groot dan bij een pc- of laptopscherm.

Het tactiele element en het vaste paginabeeld dragen eraan bij dat de lezer de inhoud beter onthoudt. Ook blijkt dat lezers bij papier vaker terugkijken om te checken of ze de tekst goed begrepen hebben. Daarom is het met name in het onderwijs verstandig papier als voornaamste drager te houden. Het is niet gezegd dat deze wijsheid voor altijd geldt. Sinds eind 19e eeuw is in West-Europa de geletterdheid rond 95% en dat is allemaal via papier verworven: zowel kennis, informatie als ontspanning verscheen tot voor kort vrijwel uitsluitend op papier. Als mensen meer gewend raken aan schermlezen zouden zij ook de vaardigheid kunnen ontwikkelen om daarop complexe teksten te lezen.

Ook de aversie van jongeren tegen lezen kan hiermee wellicht verklaard worden. Omdat zij papier met verplichte kost (school) associëren en schermen met ontspanning (sociale media, games) zijn zij wellicht minder geneigd om voor hun plezier van papier te lezen.

Het brein heeft honger

In het onderzoek van het SCP gaat het om het lezen om langere, complexe teksten, niet om korte berichtjes op de sociale media en in apps. Jelle Jolles van de Vrije Universiteit Amsterdam lichtte toe waarom het belangrijk is voor de ontwikkeling van de hersenen om juist die complexe teksten te lezen. Tijdens de jeugd wordt de interne ‘bedrading’ van de hersenen aangelegd, die later vooral sneller wordt, maar niet meer zo veel ontwikkelt. Complexe verhalen begrijpen helpt bij het ontwikkelen van die netwerken.

Via verhalen leren mensen hun plaats in hun sociale omgeving te bepalen en maken ze kennis met zaken als causaliteit, empathie en fantasie. Complexe teksten werken daarbij veel beter dan korte berichtjes: het omzetten van tekst naar begrip vraagt om een extra inspanning van de geest die daardoor extra getraind raakt.

Van nature is de mens (en dus het kind) nieuwsgierig: het brein heeft honger. Lezen helpt niet alleen om praktische vaardigheden op te doen zoals het begrijpen van brieven van de gemeenten of bijsluiters, maar het helpt ook om de waardevolle vaardigheden aan te leren die het CITO niet toetst: inlevingsvermogen, fantasie en sociale betrokkenheid.

Daarom is het van belang dat kinderen de lol in het lezen niet kwijt raken. Ouders zouden meer moeten voorlezen; niet alleen als de kinderen nog klein zijn, maar ook als zij al zelfstandig kunnen lezen. Voorlezen is namelijk niet alleen nuttig, maar ook gezellig. En makers van (jeugd- en les)boeken zouden hun best moeten doen om producten te maken die het plezier in het lezen niet bederven.

Tijd voor marketing

Na de pauze was het tijd om aandacht te besteden aan marketing. Want boeken lezen kan dan wel nuttig, leuk en belangrijk zijn, er moeten wel eerst lezers voor gevonden worden. Kitty Koelemeijer, hoogleraar Marketing & Retail aan Neyenrode Business Universiteit, liet eerst zien waarom sociale media en websurfen zo veel verslavender zijn dan lezen, tv-kijken of Netflixen. In verhalen zitten stopmomenten: het einde van een hoofdstuk of aflevering, het einde van het verhaal. Sociale media en websurfen hebben dat niet: dat linkt altijd verder door. Dat is gek omdat er drie maal zoveel ‘feel bad’ dan ‘feel good content’ op de sociale media en websites staat. De behoefte aan snelle behoeftebevrediging verklaart dit gedrag.

Dat neemt niet weg dat het internet een heel geschikte weg is om lezers te vinden. Koelemeijer liet zien hoe met name in de VS digitale techniek wordt ingezet om ook in de boekenwereld aan de wensen van klant te voldoen: door het kopen makkelijker en sneller te maken, door verrassende aanbiedingen te doen en in te spelen op de emotie van de klant.
 
Marco Louwerens, programmadirecteur van RTL7 en RTLZ vertelde hoe zijn organisatie zich had aangepast aan de veranderende wensen van het publiek. Het belangrijkste was dat niet langer de programmering bepaalt wanneer er contact tussen de programmamakers en de kijkers is, maar dat er altijd iets gebeurt en dat daarvoor alle media ingezet worden. Daarbij wordt steeds een andere vorm of een andere insteek geboden. En hij liet ook nog even zien hoe een sportboek erin slaagde om een niet-lezer toch leesplezier te bezorgen.
 
Eppo van Nispen tot Sevenaar, directeur van het CPNB, en Gerlien van Dalen, directeur van Stichting Lezen, sloten de dag af met een pleidooi om de Leescoalitie te steunen. De Leescoalitie stimuleert op allerlei manieren het leesplezier, onder meer met voorleesdagen voor zowel kinderen als volwassenen. Ook zij wezen erop dat geletterdheid niet alleen praktische voordelen heeft, maar dat er ook positieve sociale effecten zijn. Eerder hadden we al gezien dat dat geen Collectieve Propaganda is, maar wetenschappelijk ondersteund wordt.