NVJ over: nieuwsharkerij
. De boodschap is duidelijk: Weespernieuws.nl is niet gediend van de werkwijze van Dichtbij.nl, waarbij een groot deel van het bericht wordt overgenomen, ook al wordt er uiteindelijk wel een link geplaatst naar het oorspronkelijke bericht.
Dichtbij.nl is een verzamelaar van nieuws op lokaal niveau. Inzet daarbij zijn eigen redacteuren, eigen redacteuren van weekkranten, publiek en persbureaus, aangevuld door een selectie van wat andere regionale media melden. Aldus Dichtbij-aanvoerder Bart Brouwers. Hij begrijpt de kritiek van Weespernieuws.nl, maar wijst er wel op dat de werkwijze van Dichtbij.nl zo oud is als de journalistiek zelf: het gebruik maken van vondsten van anderen.
Je kunt het ook nieuwsharkerij noemen. Dit soort aggregatiemodellen, waar Dichtbij.nl het internationaal gezien zelfs nog redelijk bescheiden aanpakt, vormt een bedreiging voor de journalistieke kwaliteit en werkgelegenheid. Journalistieke inspanningen lopen niet parallel met de opbrengsten op de oorspronkelijke site. De kans dat de bezoeker na het Dichtbij-bericht nog eens doorklikt naar het oorspronkelijke bericht is vrij klein. De enige die hier aan verdient is Dichtbij zelf. In de VS is het probleem al in een verder stadium. Daar selecteren geautomatiseerde aggregatiesites de best gelezen artikelen van bijvoorbeeld de New York Times en maken daarmee meer profijt dan New York Times zelf.
Alhoewel vrije nieuwsgaring met zich mee brengt dat er verwezen moet kunnen worden naar andere bronnen en korte citaten overnemen in dit verband logisch is, roept de werkwijze van aggrigatiemodellen wel de vraag op hoe ver we kunnen gaan.
Aggregatiesites hebben vooral een commercieel doel, zoveel mogelijk kliks realiseren. Journalistieke argumenten worden veelal slechts als alibi gebruikt. Daarom moet scherp gekeken worden naar de uitleg van de auteurswet op dit punt. Het profiteren van creatieve prestaties van anderen door middel van het gedeeltelijk overnemen van het oorspronkelijke bericht vereist in principe toestemming van de auteursrechthebbende en verdient compensatie. De door de aggrigator geboden compensatie, de vermelding van bron en een doorklikmogelijkheid, blijken in de praktijk nauwelijks tot doorklikken te leiden en biedt dus geen soelaas.
Daarom zou kritisch moeten worden beoordeeld hoe breed het citaatrecht en de persexceptie zouden moeten worden uitgelegd. In hoeverre gaat het nog op dat een rechter toestaat dat nieuws mag worden overgenomen, als blijkt dat de lezer aan het lezen van de eerste 60 woorden genoeg heeft en niet meer doorklikt naar het oorspronkelijke bericht? Anderzijds mogen de regels het niet onmogelijk maken om te kunnen verwijzen naar andere nieuwsbronnen. In het belang van de journalistiek zou deze discussie stevig gevoerd moeten worden.'
Dichtbij.nl is een verzamelaar van nieuws op lokaal niveau. Inzet daarbij zijn eigen redacteuren, eigen redacteuren van weekkranten, publiek en persbureaus, aangevuld door een selectie van wat andere regionale media melden. Aldus Dichtbij-aanvoerder Bart Brouwers. Hij begrijpt de kritiek van Weespernieuws.nl, maar wijst er wel op dat de werkwijze van Dichtbij.nl zo oud is als de journalistiek zelf: het gebruik maken van vondsten van anderen.
Je kunt het ook nieuwsharkerij noemen. Dit soort aggregatiemodellen, waar Dichtbij.nl het internationaal gezien zelfs nog redelijk bescheiden aanpakt, vormt een bedreiging voor de journalistieke kwaliteit en werkgelegenheid. Journalistieke inspanningen lopen niet parallel met de opbrengsten op de oorspronkelijke site. De kans dat de bezoeker na het Dichtbij-bericht nog eens doorklikt naar het oorspronkelijke bericht is vrij klein. De enige die hier aan verdient is Dichtbij zelf. In de VS is het probleem al in een verder stadium. Daar selecteren geautomatiseerde aggregatiesites de best gelezen artikelen van bijvoorbeeld de New York Times en maken daarmee meer profijt dan New York Times zelf.
Alhoewel vrije nieuwsgaring met zich mee brengt dat er verwezen moet kunnen worden naar andere bronnen en korte citaten overnemen in dit verband logisch is, roept de werkwijze van aggrigatiemodellen wel de vraag op hoe ver we kunnen gaan.
Aggregatiesites hebben vooral een commercieel doel, zoveel mogelijk kliks realiseren. Journalistieke argumenten worden veelal slechts als alibi gebruikt. Daarom moet scherp gekeken worden naar de uitleg van de auteurswet op dit punt. Het profiteren van creatieve prestaties van anderen door middel van het gedeeltelijk overnemen van het oorspronkelijke bericht vereist in principe toestemming van de auteursrechthebbende en verdient compensatie. De door de aggrigator geboden compensatie, de vermelding van bron en een doorklikmogelijkheid, blijken in de praktijk nauwelijks tot doorklikken te leiden en biedt dus geen soelaas.
Daarom zou kritisch moeten worden beoordeeld hoe breed het citaatrecht en de persexceptie zouden moeten worden uitgelegd. In hoeverre gaat het nog op dat een rechter toestaat dat nieuws mag worden overgenomen, als blijkt dat de lezer aan het lezen van de eerste 60 woorden genoeg heeft en niet meer doorklikt naar het oorspronkelijke bericht? Anderzijds mogen de regels het niet onmogelijk maken om te kunnen verwijzen naar andere nieuwsbronnen. In het belang van de journalistiek zou deze discussie stevig gevoerd moeten worden.'