Angst voor innovatie

Angst voor innovatie


Zoals Hans Bousie in zijn column in Boekblad hierover terecht opmerkt, had het Commissariaat de mogelijkheid om hier een uitspraak te doen die uitgevers nieuwe mogelijkheden geeft om digitale producten bij hun papieren boeken te verkopen of weg te geven. Ze hebben er echter voor gekozen zich aan de door zichzelf opgelegde meest strikte interpretatie van de wet op de vaste boekenprijs te houden.

Het lijkt erop dat het Commissariaat de mening van het gros van het boekenvak deelt: elke vorm van digitaal is per definitie slecht voor de verkoop van het papieren boek en moet dus zo veel mogelijk aan banden worden gelegd.

Hier spreekt een onderliggende angst uit die heel bekend is uit de managementliteratuur over innovatie. De voornaamste angst is dat het oude en vertrouwde uiteindelijk geheel zal verdwijnen en daarmee het bestaansrecht van het bedrijf zal ondermijnen.

En natuurlijk, innovatie heeft altijd een risico — maar dat is inherent aan het ondernemerschap. En goed ondernemerschap betekent dat je meegroeit met de markt, omdat je anders onherroepelijk gemarginaliseerd zult worden en uiteindelijk ten onder zult gaan. Door het oude te omarmen en het nieuwe rigoureus buiten te sluiten, geeft het Commissariaat de boodschap aan het boekenvak dat de toekomst ons niets te bieden heeft. Met deze uitspraak heeft het Commissariaat dus zijn ondersteunende functie voor het boekenvak verloren.

Als het Commissariaat nu had besloten om de term 'ondersteunende functie' die de wet voorschrijft voor digitale producten die zonder sancties met een boek verkocht mogen worden dusdanig ruim te interpreteren dat e-boeken en apps daar automatisch onder vallen, dan had het een belangrijke prikkel kunnen geven aan de digitale innovatie van het boekenvak.

Want dan wordt de uitgever de vrijheid geboden om nieuwe digitale producten te ontwikkelen en die samen met het papieren boek in te zetten om tegemoet te komen aan de groeiende behoefte aan digitale producten bij de consument. Tegelijk kan de uitgever dan genoeg voordeel geven om zowel oude als nieuwe consumenten aan te trekken. Op deze manier creëer je namelijk een nieuwe markt: met nieuwe producten en aantrekkelijke prijzen.

Natuurlijk is dat een risico — maar het zou een weloverwogen risico zijn, waarbij er (nog) niet getornd hoeft te worden aan de vaste boekenprijs en het papieren boek dus nog steeds een beschermde status geniet. De boekhandel hoeft dus niet bang te zijn dat er zodanig met het papieren boek, nog altijd de pilaar waarop het boekenvak rust, gestunt kan worden dat ze door de grote mediaketens uit de markt gedrukt worden.

Daarnaast biedt het een voordeel aan elke uitgever die het risico neemt de digitale markt te betreden. Dit heeft twee belangrijke consequenties: op de eerste plaats brengt het de onderlinge concurrentie tussen uitgevers weer op gang en zal daardoor een welkome stimulans zijn voor de digitale innovatie, die nog steeds niet echt op gang gekomen is in Nederland. En omdat er zo een afzetmarkt gecreëerd wordt waardoor uitgevers in elk geval de hoop kunnen koesteren dat hun investeringen terugverdiend gaan worden, zullen er vanzelf nieuwe, interessante vormen van lezen ontstaan die uiteindelijk ook nieuwe lezers zal aantrekken.

Laten we hopen dat er meer ondernemers zijn zoals Rene Bego die het Commissariaat uiteindelijk de kans zullen geven op zijn  beslissing terug te komen.