De ‘walled garden’ van i-mode

De ‘walled garden’ van i-mode

Tegen het einde van de jaren negentig, een kwart eeuw nadat de eerste mobiele telefoons contact legden, begint de mobiele telefoon slimmer te worden. Met een Nokia Communicator kon in 1996 reeds contact gemaakt worden met internet. Technisch was het ingewikkeld met WAP (Wireless Application Protocol); bovendien was het gebruik erg kostbaar. Nu zit er standaard op smartphones software om contact te maken met internet. Maar voordat het zover was, was er i-mode, een contentdienst van Japanse oorsprong, die in Nederland kortstondig gepromoot werd door KPN.

Openingsfoto: de Nokia Communicator, alias de baksteen (Kupindo.com)

Japans product

I-mode werd ontwikkeld door NTT DoCoMo, een Japans telecombedrijf. I-mode maakte gebruik van het HTTP-protocol en de content kon alleen worden gelezen op een speciaal voor i-mode ontwikkelde telefoon. I-mode werd in Japan gelanceerd op 22 februari 1999 en werd daar al snel een succes. In 2003 waren er in Japan 40 miljoen toestellen verkocht.
 
 
Buitenlandse telecombedrijven raakten geïnteresseerd, aangezien er content- en e-maildiensten aan vastzaten die telefoontikken opleverden. Bovendien konden er advertenties en speciale mobiele toestellen verkocht worden. Vanaf 2001 verkocht NTT DoCoMo licenties aan buitenlandse telecombedrijven. KPN nam een licentie en lanceerde de dienst op 18 april 2002 in Nederland, in Duitsland via E-Plus en in België en Luxemburg via Base. De Nederlandse dienst had, volgens KPN, op haar hoogtepunt (halverwege 2003) zo’n 1 miljoen abonnees; daarna zijn geen populatiecijfers meer bekend gemaakt.

(tekst gaat verder onder de foto)

 
Een speciaal i-mode-toestel
 

Walled Garden

I-mode werd als product wereldwijd gelanceerd als een contentproduct, een soort afgeleide van het web. Alleen was het een besloten dienst, een ‘walled garden’. Deze term wordt toegeschreven aan John Malone, de baas van onder meer Liberty Global, in Nederland eigenaar van Ziggo. Het betekent dat de beheerder van de dienst over toelating van contentleveranciers beslist en voorwaarden stelt aan de content. Dit was niet nieuw, want in de tweede helft van de jaren negentig werkte America Online (AOL) al met een walled garden.

 
Zoekboompje van de rubriek gezondheid
 
KPN beheerde ook de Nederlandse content: het controleerde de hoeveelheid tekens en beheerde de index. De schermteksten en/of afbeeldingen mochten niet groter zijn dan 10 kB. Voor veel internetcontentleveranciers betekende die beperking dat ze hun informatie opnieuw moesten formatteren. De content had veel weg van teletekst, met een beperkte hoeveelheid tekst en een boomachtige zoekstructuur. Toch claimde KPN in 2004 dat het 560 i-mode diensten had, geleverd door 400 nationale en internationale contentleveranciers.

De lancering

 
(tekst gaat verder onder de illustratie)
 
 
Paginagrote advertentie in de Volkskrant ter gelegenheid van de lancering op 18 april 2002 (Collectie Jak Boumans)
 
In de advertentie die op 18 april 2002 in de Volkskrant wordt geplaatst ter gelegenheid van de lancering worden 81 schermbeelden getoond van sites en van e-mail boodschappen. Er is een kaartspel op i-mode beschikbaar en een aantal frivole sites zoals Babes, Jippi en Date & Chat. Ook zijn er afbeeldingen van e-mails, onder meer de dubieuze mail van ene Susan: “Is ie al weg”.

Uiteraard zijn er bij die lancering een paar kranten en tijdschriften aanwezig: de Volkskrant, De Telegraaf, Intermediair en Voetbal International. De Postbank en SNS vertegenwoordigen de bankwereld. Radio 538 is er samen met GTST namens de radio- en tv-wereld. Maar ook bedrijven als Yamaha, Wehkamp en Belbios zijn aanwezig. 

De informatieleveranciers mochten zelf beslissen of zij geld wilden vragen voor de dienst. Zo vroeg bijvoorbeeld het ANP € 1,50 per nieuwsbericht en De Telegraaf € 1 per bericht. Maar voor autonieuws en financieel nieuws moest de Telegraaflezer een apart abonnement afsluiten op de Autorubriek en De Financiële Telegraaf. De Provinciale Zeeuwse Courant van 8 april 2002 kopte het artikel over de introductie met het advies: I-mode is ’n duur hebbedingetje.
 

Exit i-mode in 2007

Lang heeft i-mode het niet uitgehouden in Nederland, Duitsland, België en Luxemburg. De introductie door Apple van de iPhone op 29 juni 2007 was waarschijnlijk de genadeklap. Op 18 juli 2007 kondigde KPN aan op te houden met i-mode. Het bedrijf wilde aanvankelijk nog wel i-mode telefoons blijven verkopen tot 2013. Maar uiteindelijk was het op 3 april 2011 helemaal voorbij, toen  de tienjarige licentie, die KPN had gekocht van NTT DoCoMo, was verlopen.

Het is onduidelijk hoeveel betalende gebruikers i-mode ooit heeft gehad, want KPN gebruikte voor het aandikken van de cijfers de nieuwe-mediatrukendoos, die reeds eerder gebruikt was bij informatiediensten Viditel en Videotex Nederland. De cijfers over de verkochte telefoons en de betaalde abonnementen werden opgeschroefd. Toen in 2002 de doelstelling van 100.000 abonnees voor het einde van het jaar niet gehaald dreigde te worden, werd de corporate marketing-truc uit de kast getrokken en toegepast bij de Rabobank. Als een soort kerstcadeau kreeg het 58.000 koppen tellende Rabo-personeel een riante aanbieding: een gratis toestel, drie maanden gratis i-mode-abonnement en twee jaar gratis gsm-abonnement. Niet minder dan 20.000 Rabo-medewerkers tekenden hierop in.

I-mode was als besloten dienst een onaantrekkelijke propositie. Alhoewel het een gemakkelijk navigeerbare selectie van diensten en content aanbood,  bevatte het slechts een klein deel van het web. Bovendien moesten door de gebruikte techniek internetpagina’s opnieuw geformatteerd worden om te voldoen aan de maximale limiet van 10 kB. Ook moesten de pagina’s opnieuw geïndexeerd worden en bleek de content niet uniek, en dus niet waardevol genoeg voor consumenten om een abonnement op i-mode te nemen. Uiteindelijk werd de i-mode-telefoon ingehaald door de verdere ontwikkeling van de smartphones zoals iPhone in 2007.

(tekst gaat verder onder de illustratie)
 

 
De 176 emoji zoals geschonken aan het MOMA in New York door NTT DoCoMo, de ontwikkelaar van de i-mode
 

I-mode in de vergetelheid

De mobiele informatiedienst i-mode in Japan is eind 2016 de geschiedenisboeken ingegaan. NTT-DoCoMo heeft de dienst en de verkoop van voor i-mode geschikte mobiele telefoons stopgezet. Eind 2016 had NTT-DoCoMo nog 17 miljoen abonnees in Japan, terwijl dat er op het hoogtepunt in 2003 niet minder dan 40 miljoen waren geweest.

Blijft er nog iets achter als industrieel erfgoed? De speciale telefoon is door KPN al in 2011  uitgefaseerd, maar er zal zal ongetwijfeld een exemplaar in een telecommuseum terechtkomen. Voor de contentdienst is het te hopen dat een KPN-werknemer een laatste back-up heeft gemaakt, voordat hij het licht uitdeed.

Wel is er een mooi afscheidscadeau van NTT-DoCoMo. De e-maildienst die bij i-mode hoorde is gehandhaafd, inclusief de e-mailsymbooltjes, emoji. Het telecombedrijf heeft in 2016 de serie emoji van ontwerper Shigetaka Kurita, ontwerper in het i-mode-ontwikkelingsteam, geschonken aan het Modern Museum of Art (MOMA) in New York. De oorspronkelijke serie van 176 symbooltjes op basis van het format van 12x12 pixels werd ontworpen voor de lancering van i-mode in 1999.

Jak Boumans is auteur van Toen digitale media nog nieuw waren – Pre-internet in de polder (1967-1997).