Digitale literatuur is innovatief, divers en sterk in ontwikkeling
KVB Boekwerk en het Nederlands Letterenfonds hebben een verkenning en analyse laten doen van recente (inter)nationale digitale projecten. Uit het onderzoek blijkt dat innovatieve hybride projecten zich in een spannende ontwikkelingsfase bevinden en het literaire landschap verbreden.
De scan Digitale literatuur biedt een handzaam overzicht van het digitaal-literaire domein. Doel is makers, uitgevers, producenten en lezers te informeren en inspireren. Het onderzoek is uitgevoerd door Paulien Dresscher, Niels ’t Hooft en Emma O’Hare, die alle drie hun wortels in mediakunst, mediafilosofie, literatuur en gaming hebben.
Na een verkenning van een 80-tal recente (inter)nationale projecten, zijn dertig projecten nader geanalyseerd. De onderzoekers benoemen relevante ontwikkelingen en scheppen zo een nieuw referentiekader. De dertig geselecteerde voorbeeldprojecten laten zien dat literatuur, cross disciplinaire samenwerking, minder gebruikelijke investeringsmodellen en marketing vruchtbaar kunnen samengaan. Dit biedt perspectief aan auteurs die artistieke verdieping zoeken, een ander ‘canvas’ willen beschrijven (met in hun kielzog redacteuren en uitgevers). Maar het geeft ook ruimte aan nieuwe samenwerkingsverbanden, zoals met de creatieve industrie, en aan het bereiken van nieuwe doelgroepen, onder wie jonge lezers.
Na analyse van de geselecteerde projecten vond het onderzoeksteam de volgende acht bepalende ontwikkelingen:
De scan Digitale literatuur biedt een handzaam overzicht van het digitaal-literaire domein. Doel is makers, uitgevers, producenten en lezers te informeren en inspireren. Het onderzoek is uitgevoerd door Paulien Dresscher, Niels ’t Hooft en Emma O’Hare, die alle drie hun wortels in mediakunst, mediafilosofie, literatuur en gaming hebben.
Na een verkenning van een 80-tal recente (inter)nationale projecten, zijn dertig projecten nader geanalyseerd. De onderzoekers benoemen relevante ontwikkelingen en scheppen zo een nieuw referentiekader. De dertig geselecteerde voorbeeldprojecten laten zien dat literatuur, cross disciplinaire samenwerking, minder gebruikelijke investeringsmodellen en marketing vruchtbaar kunnen samengaan. Dit biedt perspectief aan auteurs die artistieke verdieping zoeken, een ander ‘canvas’ willen beschrijven (met in hun kielzog redacteuren en uitgevers). Maar het geeft ook ruimte aan nieuwe samenwerkingsverbanden, zoals met de creatieve industrie, en aan het bereiken van nieuwe doelgroepen, onder wie jonge lezers.
Na analyse van de geselecteerde projecten vond het onderzoeksteam de volgende acht bepalende ontwikkelingen:
- de dominantie van mobiele technologie. Veel vernieuwing vindt plaats op smartphones.
- regie voor de gebruiker. De auteur geeft de lezer invloed op het verloop van het verhaal.
- computer als co-auteur. De auteur laat technologie ingrijpen op zijn schrijfproces en tekst.
- verbinden van de digitale en fysieke wereld. Verhalen gaan (afwisselend) van scherm verder in de fysieke wereld of vice versa.
- multidisciplinaire teams. De schrijver werkt niet langer alleen, maakt deel uit van een groter creatief team.
- kennis verankerd in sjablonen, plug-ins en engines. Er is steeds meer behoefte aan het werken in een bepaalde standaard of format.
- zakelijke kansen. Schaalbaarheid en aansluiting bij heersende distributieplatformen zijn hierbij van belang.
- drijvende kracht van makers. Makers zijn initiatiefnemers en komen vaak van buiten de literatuur.