Teletekst: de dinosauriër van de nieuwe media

Teletekst: de dinosauriër van de nieuwe media

Op 1 april is de teletekstdienst van RTL, RTL Tekst, verdwenen van het televisiescherm. Eerder haalde de VTR in Vlaanderen de teletekstdienst al van het televisiescherm. En in 2009 en 2012 was dat ook al gebeurd met de Britse teletekstdiensten van zowel ITV als de BBC. Boosdoener is in alle gevallen het internet, dat van teletekst de dinosauriër van de nieuwe media maakt. Maar haalt NOS Teletekst haar 40 jaar jubileum?

Britse vinding

Het televisietekstsysteem, aanvankelijk Teledata genoemd, is uitgevonden door BBC-technici in het begin van de jaren zeventig. Deze videotechniek is gebaseerd op het principe van interlacing, waarbij het videobeeld wordt opgebouwd in twee gangen: eerst de even lijnen, dan de oneven lijnen. Men was in staat om tekst mee te sturen met de oneven lijnen van het televisiebeeld. Voor projectie op het televisiescherm was aanvankelijk een aparte decoder nodig, maar tegenwoordig wordt een decoderchip in het televisietoestel ingebouwd.
 
Televisietekst werd ontworpen om nieuws in tekstvorm via de ether of de kabel te verzenden, zonder dat een televisieprogramma onderbroken hoefde te worden. Daarnaast kon het systeem tekstpagina’s koppelen aan televisieprogramma’s voor ondertiteling of vertaling.
Teletekst is een presentatieprotocol, waarbij tekst of grafische informatie wordt gepresenteerd op een stilstaande pagina van 24 regels van 40 tekens per regel in 7 kleuren (wit, rood, blauw, groen, geel, magenta en cyaan). De letters werden opgebouwd als een mozaïek, wat ook mogelijkheden voor rudimentaire grafische illustraties geeft. De pagina’s waren allemaal genummerd en bereikbaar via een boomstructuur.
 


De BBC kondigde op 23 oktober 1971 de komst van het televisietekstsysteem aan en gebruikte daarvoor de naam Ceefax (see facts). Proefuitzendingen van de BBC vonden plaats vanaf 1974 en in 1976 startte de BBC met een officiële Ceefax-redactie. De commerciële zender ITV bood als eerste televisie-organisatie al vanaf 1974 televisietekstberichten aan. Het Britse teletekstsysteem kreeg navolging in een reeks andere landen, waaronder Duitsland, Vlaanderen, Zweden, Denemarken, Oostenrijk, Australië en Hongkong. Frankrijk ontwikkelde een eigen systeem onder de naam Antiope (Acquisition Numérique et Télévisualisation d’Images Organisées en Pages d’Ecriture). Het televisiesysteem kreeg later ook een telecomvariant, genaamd videotex, dat in Nederland leidde tot de online informatiedienst Viditel van de PTT.
 

Teletekst in Nederland

In 1976 reisden twee medewerkers van de Nederlandse Omroep Stichting naar London om zich te laten voorlichten over deze televisietekstdienst. Naar aanleiding van dit bezoek werden de kernvragen gesteld. Is deze tekstdienst een televisiedienst? Moet de NOS deze techniek omhelzen? Moeten de NOS en de omroepen ieder een eigen televisietekstdienst beginnen?
 
De tekstdienst werd de inzet van een conflict tussen de publieke omroep en de krantenwereld. De Nederlandse Dagbladpers (NDP), vertegenwoordiger van de krantenuitgevers, zag teletekst als een grafisch communicatiemiddel, vergelijkbaar met een krant, maar dan digitaal. NDP zag de dienst niet als een televisieprogramma. De omroep zag dat anders: het tekstsignaal liftte mee op het televisiesignaal en hoorde dus in het een televisiedomein. In september 1977 besloot de verantwoordelijk minister Harry van Doorn dat niet de dagbladpers maar de televisiemedia met het nieuwe medium mochten experimenteren. Het argument? De dienst was gebaseerd op beeldlijnen. Daarmee koos de minister geheel voor een technisch criterium en was hij niet gevoelig voor het inhoudelijke argument dat teletekst geen televisieprogramma was omdat het geluid noch bewegend beeld bevatte. Uiteindelijk koos NDP voor de telecomvariant van televisietekstdienst en richtte Krantel op als rubriek binnen de informatiedienst Viditel van de PTT.

(Tekst gaat verder onder de afbeelding)

 

Proefuitzending vanuit Studio Irene in Bussum
 
In januari 1978 werd in Nederland begonnen met het opzetten van een organisatie en het uitvoeren van experimenten. De latere afdeling Teletekst stond onder leiding van Wim Stokla, voormalig adjunct-hoofdredacteur van het Journaal. Op de Firato van september 1978 presenteerde de NOS de nieuwe dienst Teletekst aan het Nederlandse publiek. In het voorjaar van 1979 werden de eerste proeven uitgevoerd vanuit studio Irene te Bussum.

(Tekst gaat verder onder de afbeelding)
 
 
NOS Teletekst startpagina 1 april 1980

Teletekst ging 1 april 1980 om 10.00 uur de lucht in als NOS-dienst van de gezamenlijke omroepen. In het eerste jaar werd op 4, 5 en 6 oktober de ondertiteling verzorgd van het toneelstuk Rouw past Elektra.

Bij de indeling van de teletekstpagina’s werd het voorbeeld van de BBC-dienst Ceefax gevolgd, met pagina 101 voor de koppen van de nieuwsberichten. De redactie beschikte over een stijlboek met regels over afkortingen, regelafbrekingen en kleurgebruik. Tot 1990 zond Teletekst nog niet 24 uur per dag uit. De uitzending begon tot die tijd ’s ochtends om 9 uur en eindigde tien minuten na afloop van het laatste televisieprogramma. Sinds 17 januari 1991, het begin van de Golfoorlog, is de redactie 24 uur per etmaal actief.

In 1990 had de helft van de Nederlanders Teletekst in huis en besteedden ruim 6 miljoen Nederlanders dagelijks 10 minuten aan het lezen van Teletekst. In 1995 was het bereik opgelopen tot 80 procent.

Commerciële televisie

Nederland heeft jarenlang de commerciële televisie buiten het omroepbestel gehouden. Tot 1988, toen commerciële televisie officieel werd toegelaten tot de kabel. RTL-Véronique, vermomd als Luxemburgse zender, kreeg toegang tot het kabelnet en begon haar eerste uitzending op 2 oktober 1989. De omroep maakte vanaf het begin gebruik van teksttelevisie.
 
In tegenstelling tot de publieke omroepen gebruikten de commerciëlen teletekst ook voor reclame-uitingen. Dit kon variëren van product- tot corporate reclame, maar er waren ook rubrieken als spiritualiteit en erotica. Commerciële teksttelevisie werd een succes. Het werd zelfs zo’n succes dat Teletekst van de publieke omroep in 1992 marktaandeel verloor ten gunste van de commerciële omroep RTL.

(Tekst gaat verder onder de afbeelding)

 
Reclame voor de RTL Kijktelefoon

RTL innoveerde teletekst verder. Zo experimenteerde de omroep met de Kijktelefoon, een uitvinding van Hans van Nieuwkerk. Via de combinatie van telefoon en teletekst kon een televisiekijker bijvoorbeeld een offerte van adverterende bedrijven ontvangen op teletekstpagina 200. De Kijktelefoon werd onder andere gebruikt door de verzekeringmaatschappij Centraal Beheer.

De afbraak

De introductie van internet liet al snel zien dat er concurrentie voor de teletekstdiensten zat aan te komen. Zo verscheen NOS Teletekst vanaf 1995 ook in tekstvorm op het internet, via de site van De Digitale Stad. De dienst werd in 1977 geïntegreerd in de omroepsite www.omroep.nl. Tegenwoordig is ze te vinden op nos.nl.

(Tekst gaat verder onder de afbeelding)
 


Afscheid van RTL Text
 
Met de komst van mobiel internet en digitale televisie leek het erop dat teletekstdiensten spoedig zouden verdwijnen en plaats zou maken voor internetdiensten. Het duurde even, maar vanaf 1992 begon de afbraak zich af te tekenen. In dat jaar verloren de Britse commerciële zenders ITV en LWT hun franchise op de zender. Vanaf 1 januari 1993 nam het consortium Teletext Ltd (met o.a. Philips) de televisietekstdienst over. Het verzorgde berichten tot 15 december 2009, toen het de dienst staakte vanwege het succes van internet.

De BBC stopte haar televisietekstdienst op 31 december 2012. In België stopten VTM in 2014 en VTR in 2016 met de teletekstdienst. Per 1 april is RTL Tekst gestopt met de teletekstdienst aangezien websites, elektronische gidsen en sociale media de functies van de dienst overnemen. Wel blijft in al deze landen de teletekstondertiteling via pagina’s 888 en 889 beschikbaar. NPO heeft aangegeven door te gaan met Teletekst. 

Toekomst voor Teletekst?

De vraag is natuurlijk wel of de NOS Teletekst het 40-jarig jubileum van Teletekst haalt in 2020. Want in de wereld van nieuwe, digitale media lijkt de teletekstdienst intussen wel een dinosauriër. Videotex verdween binnen 15 jaar, cd-roms raakten binnen 20 jaar uit de mode, cd-i was binnen 6 jaar van de markt en i-Mode was binnen 5 jaar verouderd. Desondanks kijken in Nederland nog dagelijks bijna vijf miljoen Nederlanders naar pagina 101, de pagina met de nieuwskoppen, op televisie, op de pc, de mobiele telefoon en de tablet. Snelheid, actualiteit en compactheid zijn de kenmerken waarmee NPO Teletekst nog steeds scoort.
 
Jak Boumans is auteur van Toen digitale media nog nieuw waren – Pre-internet in de polder (1967-1997)