Pierre Vinken: pionier in nieuwe media

Pierre Vinken: pionier in nieuwe media

Hebt u zich wel eens afgevraagd wie de pionier van nieuwe media in Nederland is (of was) en wanneer die persoon actief was? De definities van pioneer en nieuwe media maken dit een moeilijke vraag. Gaat het om een computerdeskundige of iemand die met digitale media een businessproces totaal veranderde? De laatste definitie past dr Pierre Vinken. Op het gebied van nieuwe media, met name elektronisch uitgeven, was hij in Nederland een echte pionier.
 

Nieuwe business

Dr. Pierre Vinken werkte als neurochirurg in het Academisch Ziekenhuis in Leiden. Daar kwam hij in contact met automatisering onder meer dankzij prof. dr. A.R. Bakker, de promotor van een ziekenhuisinformatiesysteem. Tot 1966 werkte Vinken ook als redacteur bij Excerpta Medica. Dit was een internationale uitgeverij van abstracts op medisch gebied. De uitgeverij beschikte over een vaste staf van 54 medische specialisten die redactionele verantwoordelijkheid droeg voor 35 abstract-tijdschriften en naslagwerken. De redactie produceerde samenvattingen van biomedische artikelen en bracht indextermen aan. Het archief bestond medio jaren 60 uit meer dan 1,3 miljoen Engelstalige uittreksels en een nog groter aantal indextermen. Het productieproces was omslachtig en weinig efficiënt.

Meer productie, meer nauwkeurigheid, minder mensen

Toen Vinken in 1966 directeur werd ontwikkelde hij al snel grootse plannen voor de uitgeefportefeuille. Die wilde hij uitbreiden met meer abstract-tijdschriften. In de praktijk kwam het erop neer dat een samenvatting van een wetenschappelijk artikel in meerdere tijdschriften werd geplaatst. In het toenmalige productieproces betekende dit, dat de relevante uittreksels en indextermen telkens opnieuw gezet moesten worden. Bovendien streefde Vinken volledige consistentie in de indextermen na en om dat te bereiken moest de gecontroleerde termenlijst, de thesaurus Malimet (Master List of Medical Terms) worden geautomatiseerd. In feite wilde Vinken meer productie, grotere nauwkeurigheid en dat met minder mensen. Ondanks het extra werk dat een grotere productie mee zou brengen, voelde hij niets voor uitbreiding van de typekamer waar de teksten en indextermen op de ponsbanden voor de zetmachines werden getypt.
 
(tekst gaat verder onder de illustratie)
 


Pierre Vinken (tweede van rechts) tijdens bezoek aan het hoofdkantoor de computerfabrikant NCR in maart 1969

Naar aanleiding van deze plannen werden in 1967 de technische specificaties opgesteld waaraan een systeem voor Excerpta Medica moest voldoen. Op zijn zoektocht naar een systeem waarmee de plannen daadwerkelijk te realiseren waren, kwam Vinken in aanraking met Frans van der Walle, een vliegtuigbouwkundig ingenieur. Deze adviseerde hem bij de aankoop van een computersysteem dat bestond uit vier geschakelde NCR 315-machines.
 
In een volgende stap werden alle zet- en computeractiviteiten van Excerpta Medica ondergebracht in een nieuw softwarehuis, Infonet, een gezamenlijk bedrijf van de uitgeverij en Van der Walle. In 1968 werd succesvol schaduw gedraaid en na installatie van het systeem in 1969 werden er al aanzienlijke besparingen op het productieproces van de uitgeverij gerealiseerd. Bovendien werd het dankzij het systeem mogelijk om nieuwe tijdschriften voor steeds kleinere doelgroepen op de markt te brengen.

Succes

Het succes van Excerpta Medica en Infonet, maakte Vinken tot een veel gevraagde adviseur bij automatiseringsprojecten. In 1969 werd hij gevraagd bij het Nederlandse bibliotheekproject PICA, Project for Integrated Catalogue Automation. De thesaurusmethode van Excerpta Medica werd nagevolgd in het project van de Grote Spectrum Encyclopedie, waarvoor Infonet in 1970 het redactie- en productiesysteem ontwikkelde.
 
(tekst gaat verder onder de illustratie)
 


Pierre Vinken in 1980 tijdens de lancering van het Europese netwerk Euronet-Diane in Nederland (© NBBI)

In 1973 werd Vinken door de overheid gevraagd om de Commissie Nucleaire Informatieverzorging te leiden. Deze commissie was in 1973 door de overheid opgericht en was belast met de invoer van Nederlandse bijdragen aan de databank van het International Nuclear Information System (INIS). Dit kwam erop neer dat samenvattingen van de in Nederland verschenen artikelen op het gebied van de vreedzame toepassing van de kernenergie aan het systeem werden toegevoegd. In 1975 kwam daar het metallurgische informatiesysteem (SDIM) bij. De naam van de commissie werd veranderd in CNMI, de Commissie voor Nucleaire en Metallurgische Informatieverzorging.
 
Dat duurde tot 1976. Toen gaf het ministerie van Onderwijs en Wetenschappen aan dat de CNMI een rol moest gaan spelen in de eigen projecten van het ministerie, zoals de Nederlandse Bibliografie, de Bibliographie Linquistique et cetera. Weer werd de naam veranderd: er werd een algemenere aanduiding gekozen, namelijk de Commissie voor Bibliografie en Documentatie (COBIDOC).
In 1974 begon Excerpta Medica, inmiddels overgenomen door Elsevier, haar publicaties per magneetband aan te bieden, zowel aan farmaceutische bedrijven voor intern gebruik van de onderzoeksafdelingen als elektronisch aan online-diensten. Zo werden de samenvattingen via de Amerikaanse informatiedienst Dialog wereldwijd gedistribueerd voor medische en farmaceutische onderzoekers.
 


In 1976 werd Vinken benoemd tot hoogleraar medische informatieverzamelingen aan de Universiteit Leiden. Zijn inaugurale rede was getiteld: Informatie genereert informatie.

Internationaal

Tot 1980 bleef Vinken actief betrokken bij de ontwikkeling van nieuwe media en elektronisch uitgeven in Nederland. Daarna opereerde hij meer internationaal. Zo kocht hij namens Elsevier in 1980 de Amerikaanse uitgeverij Congressional Information Services (CIS), naar verluid voor US$ 43 miljoen. CIS hield zich bezig met het verzamelen, indexeren en distribueren van gegevens van de bijna 300 comités en sub-comités van het Amerikaanse Congres, zowel in druk als digitaal. De acquisitie van deze uitgeverij was de opmaat voor de oprichting van de uitgeverij Europe Data in 1983 door Elsevier.
 
Deze nieuwe uitgeverij moest de Amerikaanse CIS-formule toepassen op de Europese Gemeenschap, maar dan via meerdere media en in meerdere talen. Het bedrijf kwam moeizaam van de grond, ondanks de participatie van het Limburgse ontwikkelingsfonds LIOF. De Europese gewoonte om niet te betalen voor overheidsdocumenten speelde het bedrijf echter parten. In 1987 besloot Elsevier om Europe Data op te heffen.

In 1994 was Vinken als lid van de Board of Directors van Reed en als commissaris van Elsevier mede verantwoordelijk voor de aankoop van de LexisNexis informatiedienst voor US$ 1,5 miljard door Elsevier. Dit was de absolute kroon op het werk van Vinken.
 
In dertig jaar zag Vinken het hele uitgeefproces veranderen: van productie tot distributie en rentabiliteit. Met deze carrière kan dr. Pierre Vinken met recht pionier van de nieuwe media en elektronisch uitgeven in Nederland genoemd worden.
 
Jak Boumans is auteur van Toen digitale media nog nieuw waren - Pre-internet in de polder (1967-1997).