Geen plaats voor de Nederlandse PersDatabank
In de jaren tachtig werd telematica een magisch woord. PTT had in 1980 naast de telefoon, semafoon, fax en telex, de eerste publieke online informatiedienst, Viditel, geopend. Het leven en zakendoen zou gaan veranderen en er zouden nog meer telematicadiensten bijkomen, waarin telecommunicatie en informatica gecombineerd zouden worden.
Openingsbeeld: Het beginscherm van de NPD in 1990
De stedelijke projectbureaus zagen wel wat in telematica als noemer om een stad aantrekkelijk te maken. Het zou brancheverwante bedrijven en hoogwaardig personeel aantrekken én er zou behoefte aan nieuwe kantoren onstaan. De Haag was in 1986 één van de eerste steden die zich uitriep tot Telematicastad. Twee jaar later volgde de stad Groningen, dat in het kader van het spreidingsbeleid onder andere een afdeling van PTT Research zou krijgen. En Amsterdam zette Teleport Amsterdam op rond station Sloterdijk. En de fascinatie van Telematicastad als onderdeel van stadsplanning bleef bestaan. In 1995 werd Telematicastad Twente gelanceerd en zelfs nog in 2007 Heerlen Telematicastad. Uiteindelijk heeft de slogan Telematicastad voor de meeste steden weinig meer opgeleverd dan een aantal kantoorkolossen.
PersDatabank
In Den Haag werd Telematicastad geen stadsplanningsproject, maar een bedrijvennetwerk. Een van de onderdelen was een persdatabank, waarin pr-mensen, documentalisten en intermediairs persberichten en gepubliceerde artikelen zouden kunnen opzoeken. Op het project werd een ambtenaar gezet die totaal onbekend was met zowel online publiceren als de perswereld. Dat leidde tot problemen met copyright en het niet herkennen van doelgroepen.
Het initiatief had de steun van een samenwerkingsverband van bedrijven en organisaties, zoals het automatiseringsbedrijf Bull Nederland, IBC Vastgoed, Gemeente Den Haag, Kamer van Koophandel Den Haag, automatiseringsbedrijf Pandata, PTT Telecom, Staal Bankiers en Sijthoff Pers. Er werd een BV opgericht met de naam Nederlandse PersDatabank (NPD). Het samenwerkingsverband leverde diensten in natura, zoals een computersysteem. Bull droeg de Mistral zoeksoftware bij en het ANP leverde de ANP Nieuwsdatabank.
De marketing van de databank kwam moeizaam op gang
De NPD wist een goede documentalist en een online expert, Peter de Ruiter, aan te trekken. Samen richtten zij de databank in. Maar de marketing van de databank kwam moeizaam op gang. Verkopers van informatiediensten waren dun gezaaid. En geroutineerde documentalisten, marktonderzoekers en PR-mensen, die met de computer, online verbindingen en zoektaal konden omgaan, waren zeldzaam. Bovendien had de databank een onoverzichtelijke kostenstructuur met aparte tarieven voor de telefoonverbinding, aangesloten minuten en content. Het was dus geen wonder dat de dienst weinig gebruikers trok.
Na een informeel gesprek met de nestor op het gebied van online informatiediensten, LexisNexis, – toen nog niet van Reed Elsevier – gaf de NDP aan geen samenwerking te wensen en ging op eigen kracht verder. NDP sloeg elektronische berichten op van ANP en de Inter Press Service en vanaf 1 januari 1990 het NRC Handelsblad archief. In 1991 wilde het samenwerkingsverband ermee stoppen en ging NPD op zoek naar een nieuw onderkomen.
RCC Roccade
Dat werd in 1992 gevonden: de NPD werd ondergebracht bij de online-dienst van het automatiseringsbedrijf Roccade, het oude RijksComputerCentrum (RCC). RCC nam in de jaren tachtig een centrale positie in als rekencentrum voor de overheid. Dat was voornamelijk administratief rekenwerk, maar bij de ministeries ontstond ook de behoefte aan het produceren en raadplegen van databanken. Hiervoor was IBM Stairs-software op grote mainframes geïnstalleerd. In 1991 had RCC Roccade 25 openbare overheidsbestanden online met in totaal 1 miljoen documenten, variërend van bibliografische bestanden van ministeries en semi-overheidsinstellingen tot volledige parlementaire bestanden.
Omdat RCC Roccade geprivatiseerd zou worden, streefde het ernaar marktleider te worden op het gebied van het online ontsluiten van informatie in databanken. Doelstelling van het bedrijf was om zich te ontwikkelen tot een multimedia-uitgeverij op het terrein van openbaar bestuur, milieu, marketing en management.
Een artikel uit Het Parool, zoals het opgeslagen was voor consultatie in de NPD (1994)
RCC Roccade stak haar ambitie om uit te groeien tot dé online- en offline-informatiedienst van Nederland niet onder stoelen of banken en wilde uitbreiden. De NPD was dan ook een strategische aankoop en moest uitgroeien tot het paradepaardje van de Informatiebank, een gezamenlijke onderneming van RCC Roccade en Sdu. Maar de Informatiebank was geen lang leven beschoren.
Internet
Terwijl XS4ALL op 1 mei 1993 internettoegang voor particulieren startte en op de openingsdag meteen 500 gebruikers had, en De Digitale Stad op 15 januari 1994 haar poorten opende, kregen RCC Roccade en de Informatiebank de internetgolf niet te pakken. Bovendien kondigde RCC Roccade in 1994 een programma van desinvesteringen aan vanwege de laagconjunctuur. Dat leidde tot een splitsing van de activiteiten van de Informatiebank, waarbij overheidsinformatie verder ging als Sdu Informatiebank in Den Haag en bedrijfsinformatie met onder meer de NPD in de etalage werd gezet.
Vlak voor het internet aan zijn zegetocht begon verloor Nederland de Informatiebank met de NPD als potentieel krachtige online databankdienst. In oktober 1996 werd de NPD verkocht aan het krantenconcern PCM en ondergebracht bij de documentatie- en de archiefdienst. In 2002 kwam deze dienst, Factlane, in handen van LexisNexis, intussen een online-dochter van het uitgeversconcern Reed Elsevier. En zo eindigde de NPD alsnog na alle omzwervingen toch nog in de schoot van LexisNexis.