Witte olifanten

Witte olifanten

Innovatie leidt niet altijd tot succes. Soms zit je als ondernemer opeens met een witte olifant: een project dat veel kost en niets oplevert. Ook in de uitgeverij komen die voor.

Midden in Londen aan het einde van New Oxford Street staat het gebouw Centrepoint, dat 13 verdiepingen telt. Het gebouw werd gepland in een tijd dat er een tekort was aan kantoorruimte, maar bij oplevering was het tekort voorbij. In meer dan vijf jaar was een restaurant met Cypriotische cuisine de enige huurder in het gebouw. Ook elektronische uitgevers hebben witte olifanten. Deze ontstaan onder meer door culturele verschillen tussen landen of door snel verouderende technologie.

Zo heeft Elsevier samen met de Limburgse Investeringsbank LIOF in 1983 Europe Data opgezet. Deze uitgeverij moest de redactionele formule en het businessmodel van de Amerikaanse dochter Congressional Information Services ver-europeaniseren. De informatie van de toenmalige Europese Gemeenschap zou in de officiële talen van de gemeenschap vertaald, vermenigvuldigd en verkocht worden. Maar in tegenstelling tot de Amerikaanse klanten, waren Europeanen niet bereid om voor (super)overheidsinformatie te betalen. Europe Data hield na vijf jaar op te bestaan.

Koran als luisterboek

Kluwer Naslagwerken heeft ook een dergelijk project gehad eind jaren tachtig, dat overigens nooit tot bloei is gekomen. Voor de eerste golf Maghrebijnse arbeiders werd een koranproject bedacht. Deze Koran zou worden ontwikkeld als sonoboek, een mix van boek- en geluidsfragmenten die middels een afspeelapparaatje op speciaal geprepareerde kunststofpagina's, een soort mini-platenspeler, ten gehore kon worden gebracht. Maar het Koran-sonoboekproject kwam er niet. Even leek de uitgave van Salman Rushdies De Duivelsverzen in 1989, uitgegeven door een zusteruitgeverij binnen het Kluwer-concern, het project te schaden. Maar uiteindelijk kwamen de demomodellen niet verder dan Alexandrië, waar de ‘hoge raad voor islampublicaties’ toestemming voor publicatie weigerde. Weg was de grote deal van tienduizenden peperdure exemplaren met Arabische en Egyptische religieuze organisaties.

Academic American Encyclopedia

Ook VNU had zijn witte olifant, zij het in het buitenland, in de VS om precies te zijn. VNU was in Nederland begonnen met de Grote Spectrum Encyclopedie (GSE) die tussen 1973 en 1979 gepubliceerd werd. In het kader van internationalisering kocht VNU uitgeverijen in de VS. Behalve zakelijke uitgeverijen, ging VNU in zee met Arête Publishing. Dit bedrijf was bezig met het produceren van een encyclopedie, de Academic American Encyclopedia (AAE), een 21delige algemene encyclopedie met 30.000 lemmata en 9 miljoen woorden. In 1980 werd het eerste deel uitgeleverd.
Het management van Arête Publishing zag om zich heen online en offline producten opkomen. En aangezien de AAE vanaf het begin gedigitaliseerd was, kon het management in 1980 de eerste Amerikaanse algemene encyclopedie full text online brengen in 200 huishoudens in Columbus, Ohio als onderdeel van een experiment dat gesponsord werd door de bibliotheekorganisatie OCLC. Een jaar later werd de tekst ook ter beschikking gesteld aan alle abonnees van de online diensten The New York Times Information Bank, Dow Jones News/Retrieval en CompuServe.
En daar bleef het niet bij. Want tijdens de Frankfurter Buchmesse van 1982 verraste Arête Publishing de uitgeefwereld met een eerste demo-videodisc met tekst, foto’s en tekeningen van de encyclopedie, inclusief een paar filmpjes.
In 1982 verkocht VNU Arête Publishing. De verkoopmethode aan huis, die werkte in de lage landen, werkte niet in VS. Wel bleek de videodisc uiteindelijk een teaser in de verkoop van de AAE aan de Amerikaanse uitgeverij Grolier. Deze uitgeverij bracht, zij het jaren later, in 1985, als een van de eerste uitgevers van naslagwerken, de AAE uit op een cd-rom met tekst, foto’s, tekeningen, animaties en filmpjes uit onder de titel The Grolier Multimedia Encyclopedia.

Beeldplaat

STM Publishing (Scientific, Technical en Medical) had ook een witte olifant: het Adonis Project. In 1982 werd een consortium gevormd van zes wetenschappelijke uitgevers (Elsevier, Pergamon, Springer, Blackwell, Wiley, Academic Press plus British Library) voor gecontroleerde artikeldistributie op basis van beeldplaattechnologie. Het project kostte vele studies en subsidies en werd eindelijk in 1990 gelanceerd. In 1991 werd het consortium geïncorporeerd, maar het bedrijf en consortium werden een paar jaar daarna opgeheven. De beeldplaattechnologie van de jaren zeventig was ingehaald door internet.