Expertpanel - Ian Muller: De leerling centraal...

Expertpanel - Ian Muller: De leerling centraal...


Zijn wereld niet
Boeken hebben in zijn leven heus hun waarde, maar schoolboeken beslist niet. Onder licht protest zeult hij elke dag zijn loodzware lading 10 kilometer op en neer. Ze op school laten is uit den boze, want regelmatig vergeet hij wat in de les, danwel thuis, benodigd is. Losse aantekeningen dwarrelen als een vrolijke bladerregen in zware novemberstorm om hem heen. Schriften en werkboeken behandelt hij als voddige lijfeigenen die je naar believen mag mishandelen. Oké, niet alle pubers zullen hun leermiddelen even liefdeloos bejegenen. Maar het contrast dat ik waarneem tussen de zorg voor zijn digitale speeltjes en de in mijn ogen even fraaie bronnenboeken van uitgever x, y en z is zo groot dat ik durf te stellen dat hier sprake is van een trend. Deze leermiddelen sluiten niet meer voldoende aan bij de huidige belevingswereld van opgroeiende kinderen.

Schreeuwende behoefte
Waarom, zo vraagt u zich wellicht af, worden die leermiddelen dan niet meer op de maat gesneden van de behoeften van hun eindgebruikers? Hoe komt het dat ze nog steeds in belangrijke mate zijn afgestemd op de wensen van de beslissers (de leerkracht en de school)? En waarom spelen de media die de pubers anno 2011 wel graag gebruiken nog (nauwelijks) een rol. Het antwoord hierop is heel eenvoudig. Dit komt doordat het exploitatiemodel van uitgeverij x, y en z niet is toegerust op massale introductie van een nieuwe generatie blended leermiddelen waar de markt zo’n schreeuwende behoefte aan heeft. Zowel technologisch, didactisch als pedagogisch zijn er namelijk weinig belemmeringen te bedenken die hiertoe echt een obstakel vormen.

Omgesmeed
De voordelen die in het verschiet liggen zijn daarentegen talrijk. Ga maar eens na welke wereld er open gaat wanneer de school een elektronische leeromgeving bezit, iedere klas is uitgerust met een smartboard, elke leerkracht een pc heeft en alle leerlingen beschikken over tablet, net- of notebook. De theorie- en bronnenboeken van de uitgevers kunnen worden omgesmeed tot multimediale magazins. En deze worden naadloos gekoppeld aan interactieve opdrachtenmodules. Makkelijke vertakkingen naar sociale media, presentatietechnieken, zoek- en navigatiesystemen zijn eenvoudig aan te brengen. Meer klassieke media behouden hun waarde en het gebruik daarvan wordt eenvoudig vanuit de blended methode aangestuurd. Methoden worden niet langer slaafs via de uitgever betrokken, maar door de scholen, secties en leerkrachten geassembleerd.

Te veel gratis
Ik geef u op een briefje dat elke zich respecterende educatieve uitgeverij al ruimschoots heeft nagedacht over uitgeefstrategie en didactische concepten van dergelijke innovatieve methoden. Maar ze hebben ook allemaal hun rekenwerk gedaan. Daarbij wreekt zich dat hun klassieke exploitatiemodel vooral gebaseerd is op de omzet over de full colour theorieboeken (verkoop eens in de vijf á tien jaar) en zwart-wit invul opdrachtenboeken (verkoop elk jaar). Hiermee wordt tevens de ontwikkeling en productie van methodesites, toetsenbanken en docentenmateriaal bekostigd. De afnemers zijn dus gewend aan (te) dure boeken en (te) veel gratis materiaal. Het zal lastig zijn ze te overtuigen dat wanneer die boeken verdwijnen, al het overige materiaal opeens wél een behoorlijk prijskaartje kent. Een gulden regel leert dat de omzet in het digitale exploitatiemodel fractioneel is aan die in het klassieke model. Pas daar als uitgever je kostenstructuur maar eens zo op aan dat een behoorlijke winstmarge overeind blijft.

U begrijpt het al. Mijn zoon maakt dit nieuwe leermiddel niet meer mee als leerling. Met een beetje goede wil kan hij er later als docent mee uit de voeten.