Expertpanel - Johan Gademan: Best of both worlds

Expertpanel - Johan Gademan: Best of both worlds


Werken aan een tv-serie over wiskunde is heel anders dan werken aan een wiskundeboek. Jaren lang heb ik lesmateriaal ontwikkeld en uitgegeven voor wiskunde. Maar de wetten voor wiskunde op tv zijn anders dan voor wiskunde op papier. Het aardige is dat je hierdoor hele andere facetten kunt benadrukken en het vak wiskunde een ander smoel kunt geven. Het doorsnee lesmateriaal voor wiskunde op papier is voor een heel groot deel opdrachten en sommetjes met tussendoor wat uitleg. Voor een tv-serie is dat dodelijk, kijkers zappen weg, dat is oersaaie tv. Er moet wat te zien zijn. De beeld taal voert de boventoon en wanneer je naar wiskundelesmateriaal kijkt, is dat vaak juist niet het geval.

Wiskundeboeken moeten wat anders uitstralen. Je moet er immers uit kunnen leren. Een tv-serie beoogt wat anders, het moet enthousiasmeren en moet duidelijk maken dat wiskunde op veel plekken, liefst door veel jonge mensen, gebruikt wordt.
In wiskundeboeken was voorheen beeldtaal de sluitpost in de tijd en op de begroting. Ging een opdracht over een pak suiker dan zocht een beeldredacteur er een foto van een pak suiker bij, als er nog ruimte was. Voor de rest waren het grafieken, schema's en tabellen. Het vinden van openingsfoto’s van hoofdstukken was een crime. Voor de methode Netwerk hadden we als openingsfoto's met allemaal vormen van netwerken. Ook bijvoorbeeld een voorbeeld van een politiek netwerk met twee politici. Nou dat hebben we geweten. Onbegrijpelijke keuze. Kortom: je moet ook nog iets passends doen wat gebruikers kunnen begrijpen.

Wat krijgt u nu te zien in de tv-serie? Geen sommetjes, nauwelijks formules, maar wel enthousiaste mensen en beelden die wiskunde ondersteunen. Daartussen door graphics die de wiskunde waarover gesproken wordt, zichtbaar maakt. In elk programma staat een vraag centraal. De eerste uitzending heet: Wat doe je met getallen? Duidelijk moet worden dat je met getallen kunt rekenen, dat je ze kunt ordenen en dat het een middel is om te communiceren. We hebben hierom een interview met tienkamper en zijn trainer, en we gaan naar een ijzerwinkel voor schroeven. Het aardige is dat ik elke keer als ik op de locatie kom weer verrast wordt door de rijkheid van de wiskunde en de mogelijkheden die zichtbaar te maken. Waren we in de voorbereiding nog aarzelend zijn over de ijzerwinkel, het blijkt een krachtig beeld. Een uitzending moet boeien voor de complete brugklas.
Een ander aspect dat een rol speelt bij tv en veel minder bij papier is het tempo. Er moet een goed tempo in zitten, het moet blijven boeien. Dus het mag best wat snel. Een docent zit er immers bij, en je kunt terugkijken of als je de dvd kijkt, de uitzending stil zetten. De indruk na een uitzending mag best zijn: wat snel, wat veel. Het onderstreept het gevoel dat Wiskunde overal is.

In multimediaal lesmateriaal zouden deze twee werelden gecombineerd moeten gaan worden. Direct krijg ik al beelden van wiskundelessen waar niet de alleen sommetjes centraal staan maar ook enthousiasmering en zingeving van en voor het vak met de sappige Zeeuwse stem van presentatrice Anic van Damme. Eénmalig een editie wiskunde anders vernieuwen en de sommetjes niet in een nieuwe volgorde voor de zoveelste keer verkopen, moet toch haalbaar zijn. Er is zoveel beeld, het moet mogelijk zijn straks dankzij de inspanningen van Innovatieplatform VO een multimediale lesmethode voor wiskunde te ontwikkelen met 'the best of both worlds'.

Meer info over de serie op: http://www.schooltv.nl/docent/project/3135099/wiskunde-voor-de-brugklas/3135105/home/