Onderzoek: Leesbevordering onderkend, maar niet verankerd in beleid
Uit twee recente onderzoeken van Stichting Lezen blijkt dat het belang van leesbevordering in de kinderopvang en het primair onderwijs onderkend wordt. Toch wordt dit nog lang niet altijd verankerd in beleid.
Leesbevordering in de kinderopvang
Zowel managers als pedagogisch medewerkers vinden regelmatig voorlezen leuk en belangrijk, en op de groep gebeurt dit dan ook (zeer) regelmatig. Dit komt naar voren uit het onderzoek Voorlezen in de kinderopvang 2020. Desalniettemin is er niet altijd aandacht voor voorlezen in beleidsplannen van kinderopvangcentra. Driekwart van de instellingen heeft geen apart voorleesplan, en de helft heeft voorlezen niet opgenomen in het beleids- of werkplan. Een derde van instellingen heeft voorlezen in geen enkel plan opgenomen. In dit onderzoek is speciale aandacht uitgegaan naar de deskundigheid van pedagogisch medewerkers als het gaat om voorlezen. Zij blijken vooral behoefte te hebben aan ondersteuning bij het stimuleren van ouders om thuis te lezen, het signaleren van laagtaalvaardige gezinnen en het rekening houden met taalverschillen tussen kinderen.
Leesbevordering in het primair onderwijs
Positieve resultaten komen ook naar voren uit het onderzoek Leesbevordering basisonderwijs 2019. Op vrijwel alle basisscholen besteden leerkrachten dagelijks of wekelijks aandacht aan leesbevorderende activiteiten zoals voorlezen en vrij lezen. Ook doet een meerderheid mee aan leescampagnes en stimuleert ouders thuis (voor) te lezen. Slechts de helft van de basisscholen heeft leesbevordering echter opgenomen in het beleidsplan. Dit is een afname ten opzichte van 2014, toen dit voor driekwart van de scholen gold. Ruim een derde van de basisscholen heeft een leesplan en een jaarprogramma. 14% van alle basisscholen heeft helemaal geen beleid voor leesbevordering.
BoekStart in de kinderopvang en de Bibliotheek op school
Via de programma’s BoekStart in de kinderopvang en de Bibliotheek op school wil Stichting Lezen, in samenwerking met de bibliotheeksector, de leescultuur in kinderopvangcentra en basisscholen versterken. Dat werpt zijn vruchten af. Op instellingen met BoekStart of de Bibliotheek op school is (voor)lezen vaker opgenomen in beleids-, werk- opleidings- en voorleesplannen. Ook is op deze instellingen vaker een (voor)leescoördinator aanwezig. Gerlien van Dalen, directeur Stichting Lezen legt uit waarom een opname van leesbevordering in het beleidsplan van belang is: ‘Op deze manier hangt het effect van (voor)lezen niet alleen af van individuele enthousiaste medewerkers, maar maakt het onderdeel uit van de vaste manier van werken. Een (voor)leesplan geeft houvast bij de inrichting van leesbevordering binnen de kinderopvang en school en waarborgt de structurele uitvoering ervan.’
Over de onderzoeken
Voor het onderzoek Voorlezen in de kinderopvang 2020 zette Kantar een vragenlijst uit onder 93 managers en 330 pedagogisch medewerkers van kinderopvanginstellingen. DUO Onderwijsonderzoek & Advies ondervroeg voor Leesbevordering basisonderwijs 2019, 423 leerkrachten en 200 schoolleiders in het primair onderwijs. Beide onderzoeken werden uitgevoerd in opdracht van Stichting Lezen.