Expertpanel - Lidewijde Paris: 'Digital girl'
Alle argumenten over en weer ga ik hier niet herhalen. Voor wie wil weten hoe de schrijver en de uitgeverij en de heer Groenberg erover denken die gaat naar onze website - www.ailantus.nl - waar verklaringen zijn opgenomen van Hill en ondergetekende en een gesprek van mij met meneer Groenberg voor de Wereldomroep. Naast het trieste van deze discussie was het fascinerend te zien hoe dit nieuws de wereld overging, welke wegen het nieuws volgde en hoe snel (of: hoe langzaam) het (bijvoorbeeld) Suriname bereikte. Interessant voor ons was juist: hoe houd je het tegen? hoe maak je het niet groter dan het is? En: kán dat überhaupt nog in deze tijd waarin op het internet via alle sociale media nieuws - al dan niet correct - een totaal eigen leven gaat leiden.
Het meest opvallende voor ons was hoe lang het duurde voordat aversie tegen de titel werd opgemerkt. Het boek met de in de ogen van de heer Groenberg beledigende titel al in november 2009 was aangeboden. Publicatie werd vertraagd en de roman verscheen pas in maart 2011. Tussen aanbieden en uitkomen zaten diverse nieuwsberichten, een grote oplage van gedrukte en digitale voorpublicatieboekjes, krantjes met fragmenten uit het boek, aanbiedingen op beurzen, op Manuscripta, op vers voor de pers waar het ook aan allerlei Surinaamse media is aangeboden. Het merendeel van deze berichten was op onze website te vinden, via twitter en via Facebook en allerlei recensie waren op diverse websites te vinden. Niemand die ons waarschuwde, niemand die zich beledigd of gekwetst voelde. Dit kan natuurlijk omdat meteen aan het boek te zien is dat het een historische roman is, waarvan de titel rechtstreeks verwijst naar een historisch register dat in het Engels werkelijk 'The Book of Negroes' heet.
Maar blijkbaar had niemand in Nederland googlealert openstaan op het woord 'neger' want pas toen de schrijver naar Nederland kwam en het Nationaal Instituut voor het Slavernijerfenis en ervaring een uitnodiging voor zijn lezing rondstuurde kwam het bij de heer Groenberg terecht. Die kwam echter pas drie weken na dit bezoek tot actie door een pamflet met een oproep tot verbranding in het Nederlands aan de schrijver in Canada te sturen. Omdat we niet het verwijt wilden krijgen profijt te trekken uit een rel en we het een pijnlijke discussie vonden waarin we niet goed onze rol zagen, omdat de lezers in de Afro-Surinaamse gemeenschap het niet allemaal met de heer Groenberg eens zijn, besloten we alleen op onze website de genoemde statements te plaatsen en een gesprek met de heer Groenberg te voeren. De heer Groenberg daarentegen bleef allerlei media bestoken, maar dan vooral in Amsterdam. Doordat wij zijn actie niet groter lieten worden, ontdekten we dat ondanks allerlei tweets en Facebookopmerkingen en allerlei reacties op de sites van de Wereldomroep en AT5 het nieuws nauwelijks de landelijke kranten bereikten. Blijkbaar gaat nieuws sneller als het groeit door dat er constant voeding wordt gegeven door middel van argumenten. Als een kant van de twee dat spel niet meespeelt gaat het aanzienlijk langzamer. Wel was het voor mij voor de eerste keer dat ik een bedreiging naar mijn hoofdgeslingerd kreeg ook in de fik gestoken te worden als ik op de slavernij-herdenking van 30 juni zou verschijnen. Een kleine tweet maar deze digital girl voelde het wel...