Zaak tegen Tom Kabinet krijgt eindelijk vervolg
De zaak draait om het begrip ‘uitputting’: kan de rechthebbende zich nog verzetten tegen de verdere handel op een exemplaar nadat dit met zijn toestemming is verkocht? In de fysieke wereld mag dit wel: wie een boek koopt bij een boekenwinkel, mag dat boek daarna weer verkopen of weggeven. Voor software geldt dat ook. Maar de uitgeversbond verzette zich tegen online handel in 'tweedehands' e-books door Tom Kabinet.
Afgelopen zomer hield rechtbank in afwachting van de beantwoording van de vragen door het HvJ-EU haar beslissing aan. De eerdere uitspraak van het Hof Amsterdam in deze zaak waarin de handelwijze van Tom Kabinet werd verboden bleef van kracht, met name het oordeel dat het aanbieden van een platform waarop illegaal gedownloade e-books kunnen worden verkocht een onrechtmatige daad is.
Reactie Tom Kabinet op dat besluit:
"Vandaag, drie jaar na de start, heeft de rechtbank Den Haag het businessmodel van Tom Kabinet ten derden male niet als onrechtmatig bestempeld, maar besloten tot het stellen van vragen aan het Europese Hof van Justitie om het businessmodel van Tom Kabinet te toetsen bij de hoogste rechtsinstantie in Europa. De beantwoording van deze prejudiciële vragen zal grote gevolgen hebben en veel verder reiken dan enkel e-books.
Uitgevers zullen na vandaag hun stelling (lees: weerstand tegen Tom Kabinet) aan moeten passen. De oproep aan hen is dan ook bij deze om ons model te omarmen in plaats van te bestrijden. De uitspraak van vandaag bevestigt nog maar eens dat Tom Kabinet zal blijven groeien en bij voldoende funding binnenkort ook binnen Europa."
De vragen die nu voorgelegd worden zijn:
1. Dient artikel 4 lid 1 van de Auteursrechtrichtlijn aldus te worden uitgelegd dat onder ‘elke vorm van distributie onder het publiek van het origineel van hun werken of kopieën daarvan door verkoop of anderszins’ als daar bedoeld mede is te verstaan het op afstand door middel van downloaden voor gebruik voor onbeperkte tijd ter beschikking stellen van e-books (zijnde digitale kopieën van auteursrechtelijk beschermde boeken) tegen een prijs waarmee de houder van het auteursrecht een vergoeding verkrijgt die overeenstemt met de economische waarde van de kopie van het hem toebehorende werk?
2. Indien vraag 1 bevestigend moet worden beantwoord, is het distributierecht met betrekking tot het origineel of kopieën van een werk als bedoeld in artikel 4 lid 2 van de Auteursrechtrichtlijn in de Unie uitgeput, wanneer de eerste verkoop of andere overdracht van dat materiaal, waaronder hier is te verstaan het op afstand door middel van downloaden voor gebruik voor onbeperkte tijd ter beschikking stellen van e-books (zijnde digitale kopieën van auteursrechtelijk beschermde boeken) tegen een prijs waarmee de houder van het auteursrecht een vergoeding verkrijgt die overeenstemt met de economische waarde van de kopie van het hem toebehorende werk, in de Unie geschiedt door de rechthebbende of met diens toestemming?
3. Dient artikel 2 van de Auteursrechtrichtlijn aldus te worden uitgelegd, dat een overdracht tussen opvolgende verkrijgers van het rechtmatig verkregen exemplaar waarvan het distributierecht is uitgeput, een toestemming voor de daar bedoelde reproductiehandelingen inhoudt, voor zover die reproductiehandelingen noodzakelijk zijn voor een rechtmatig gebruik van dat exemplaar en, zo ja, welke voorwaarden gelden daarbij?
4. Dient artikel 5 van de Auteursrechtrichtlijn aldus te worden uitgelegd dat de auteursrechthebbende zich niet meer kan verzetten tegen de voor een overdracht tussen opvolgende verkrijgers noodzakelijke reproductiehandelingen van het rechtmatig verkregen exemplaar ter zake waarvan het distributierecht is uitgeput en, zo ja, welke voorwaarden gelden daarbij?
Voor de juridische geschoolden cq. geïnteresseerden: lees hier de hele uitspraak