Crisis bij de Britse lokale kranten
Het probleem wordt uitgebreid beschreven door een keur aan journalisten en brancheexperts in het recent verschenen boek Last Words? How Can Journalism Survive the Decline of Print? (uitgeverij Abramis). Daarin komt ook Roger Parry aan het woord, de voormalige bestuursvoorzitter van Johnston Press, een van de grootste regionale uitgevers.
Hij beschrijft die tijd, tussen 2001 en 2009, als leerzaam en soms traumatisch. ‘De eerste zeven jaren waren prachtig, de laatste twee niet zo. Een combinatie van ontwikkelingen – rubrieksadvertenties die naar het web verhuisden en de kredietcrisis van 2007 – verwoestten het verdienmodel van de lokale krantenindustrie.’ Johnston zat in de voorhoede van een hopeloze strijd.
Gekortwiekt
Slachtoffers van die strijd zijn in eerste instantie de medewerkers. Volgens de Media Reform Coalition is het aantal journalisten dat voor lokale titels werkt sinds 2005 gehalveerd. Veel dagelijkse publicaties switchten naar wekelijkse edities en redacties werden gekortwiekt. Ook waren er fusies, zoals die tussen de Dewsbury Reporter en de Mirfield Reporter. Johnston Press sloot negentien kranten en voegde er zes samen tot drie. Trinity Mirror doekte er zeventien op en bracht er één voor terug.
Het noordwesten en Yorkshire zijn het hardst getroffen. In Yorkshire sloten elf kranten de burelen en er kwamen twee nieuwe voor terug. In het noordwesten vertrokken er twaalf, in ruil voor drie nieuwe. Dit kwam volgens het vakblad Press Gazette goeddeels doordat de Trinity Mirror-groep acht gratis weektitels in de streek verving door het Manchester Weekly News.
Nieuwe titels
Ondanks de malaise zijn er wel nieuwe initiatieven. Er werden de afgelopen jaren 29 titels gelanceerd. Dat is niet altijd een succes; drie kranten startten en stopten binnen de afgelopen twee jaar. Daaronder ‘24’, een dagelijkse uitgave voor het noorden van Engeland en zuidwesten van Schotland, die al na een maand de activiteiten staakte wegens tegenvallende verkopen. Lichtpuntjes zijn er in Wales, waar uitgever MegaGroup drie kranten startte. Londen kon de afgelopen twee jaar zeven nieuwe titels bijschrijven, waarvan er vier eigendom zijn van Tindle Newspapers.
Afrit afgesloten
Behalve banenverlies heeft de teloorgang nog een verontrustend gevolg. ‘Wie houdt de vinger nog aan de pols zonder de lokale kranten?’, vroeg The Guardian zich al in 2015 af in een artikel getiteld ‘Unreported Britain’. De krant gaf een treffend praktijkvoorbeeld: er was een anonieme graffitikunstenaar voor nodig om de inwoners van Port Talbot (Wales) te vertellen dat er een belangrijke afrit naar de snelweg dichtging. ‘Save J41’ had de kunstenaar op het beton gespoten. Er werd al vijf jaar over de sluiting vergaderd maar de meeste automobilisten waren toch volledig verrast toen ze de afrit opeens versperd zagen door mannen in reflecterende hesjes. Een enorme verkeerschaos was het gevolg. De gemeenteraad had weliswaar posters verspreid maar doordat de plaatselijke Port Talbot Guardian in 2009 was opgeheven, waren de omwonenden een essentiële informatiebron kwijt.
In The Guardian illustreert inwoner Mike Hutin het gemis van de lokale krant aan de hand van een persoonlijk voorbeeld: toen zijn zoon in 2001 omkwam bij een ongeluk bij Corus, coverde de Port Talbot Guardian de tragedie uitvoerig. Daardoor kon druk op het staalbedrijf worden uitgeoefend om de veiligheid te verbeteren. Zonder de krant vond Hutin het veel moeilijker om inwoners naar de protesten tegen de afritsluiting te krijgen.
Geiser
Kortom, de plaatselijke kranten zijn van groot belang voor de democratische processen. Martin Moore, van nieuwswaakhond Media Standards Trust, waarschuwt: ‘Ze informeren niet alleen de gemeenschap over wat zich afspeelt, de aanwezigheid van een journalist bij gemeenteraadsvergaderingen vergroot ook de verantwoordelijkheid van lokale politici en maakt hun gedrag controleerbaar. Als de plaatselijke redactiekantoren sluiten en redacties mijlenver zitten van waar mensen wonen, creëren we een ernstig democratisch gemis. Er zijn al gebieden in Groot-Brittannië waar vrijwel geen professionele nieuwsverslaggeving meer is.’
Ondanks zijn traumatische ervaringen bij Johnston ziet Parry nog wel kansen voor zijn oude bedrijfstak. Hij voorspelt dat de lokale krant meer een wekelijks magazine wordt, behalve in een paar grote steden. De levensvatbaarheid wordt volgens hem juist versterkt door een grotere concentratie van uitgevers (voor de Britse mededingingsautoriteit heeft hij weinig complimenten). De inkomsten moeten komen van abonnees die bereid zijn voor hoogwaardig nieuws te betalen (The Economist noemt hij als lichtend voorbeeld) en die vooral willen weten waar ze hun geiser voordelig kunnen laten repareren. ‘Lokale print gaat niet verdwijnen maar zal een radicaal nieuwe rol vinden als onderdeel van een multimedia-propositie. Makkelijk uit te leggen maar erg moeilijk om waar te maken als je uitgangspunt een 200 jaar oud lokaal krantenbedrijf is, en je al die dure drukkerijen bezit.’
(Infographic BeeldInZicht)