FNV Kiem heft zichzelf op
FNV KIEM gaat zichzelf nog dit jaar opheffen. Een deel van de bond vormt een nieuwe kunstenbond van creatieven en kunstenaars. De overige leden, waaronder de grafici, stappen over naar de ongedeelde FNV.
Dat was de uitkomst van het congres van FNV KIEM afgelopen week. FNV KIEM is de erfopvolger van de oudste landelijke vakbond van ons land, de typografenbond ANTB die precies 150 jaar geleden op 1 juni 1866 in Amsterdam werd opgericht door drukkers en letterzetters.
Een meerderheid van de huidige 28.000 leden van FNV KIEM stapt over naar de fusiebond FNV. Dit zijn met name de sectoren grafisch, verpakkingen, audiovisueel, uitgeverijen, uitkeringsgerechtigden en ouderen. Samen vormen zij binnen de FNV een nieuwe sector met als werktitel Media & Cultuur.
Geert van der Tang, voorzitter FNV KIEM: ‘Ik ben blij dat we samen een oplossing gevonden hebben waarbij we de belangen van al onze groepen leden kunnen blijven bedienen op een manier die bij ze past. Voor groepen zoals grafici en uitgeverijen kan dat het beste in een groter verband met vergelijkbare sectoren, voor de creatieve sector is toch een andere benadering nodig.’
Dat was de uitkomst van het congres van FNV KIEM afgelopen week. FNV KIEM is de erfopvolger van de oudste landelijke vakbond van ons land, de typografenbond ANTB die precies 150 jaar geleden op 1 juni 1866 in Amsterdam werd opgericht door drukkers en letterzetters.
Een meerderheid van de huidige 28.000 leden van FNV KIEM stapt over naar de fusiebond FNV. Dit zijn met name de sectoren grafisch, verpakkingen, audiovisueel, uitgeverijen, uitkeringsgerechtigden en ouderen. Samen vormen zij binnen de FNV een nieuwe sector met als werktitel Media & Cultuur.
Geert van der Tang, voorzitter FNV KIEM: ‘Ik ben blij dat we samen een oplossing gevonden hebben waarbij we de belangen van al onze groepen leden kunnen blijven bedienen op een manier die bij ze past. Voor groepen zoals grafici en uitgeverijen kan dat het beste in een groter verband met vergelijkbare sectoren, voor de creatieve sector is toch een andere benadering nodig.’