Het verdriet van de uitgever

Het verdriet van de uitgever


De druk op uitgevers om zich te profileren om hun vernieuwende kant te laten zien, is erg groot geworden. Eerst moesten uitgevers inhoudsdeskundigen zijn op hun fondsgebied en de beste auteurs aantrekken die dit fonds konden vertegenwoordigen. Nu moeten de uitgevers marketeers worden. Bij de educatieve uitgeverijen maakt men zich nauwelijks meer druk om auteurs. "Kan Carel het niet doen? Nou dan vragen we Kees toch, die kan dat vast ook wel." Verkoopcijfers, dat is het enige nog wat telt. Bij de literaire uitgevers net zo. Verkoopt een bepaalde auteur niet goed? Hup, dumpen die vent, uit het fonds. Rest van de editie gauw naar de Slegte brengen. Bij de fictie-uitgevers worden juist de auteurs aangezet om zich te profileren op hun titel. "Twitter je al? Zit je al op Facebook?" Sommige auteurs twitteren zo veel, dat ik me afvraag wanneer ze eigenlijk schrijven. De marketingcampagnes worden helemaal gericht op naamsbekendheid en de auteur is z’n privacy kwijt. Alles voor de goede zaak.

Dat de vorm van het boek steeds verandert, is niet meer dan normaal. De Romeinen schreven in was en door de wastafeltjes aan elkaar te binden met een leertje ontstond de eerste boekvorm, de codex. In de middeleeuwen kwamen boekbuidels helemaal in: dat waren meestal gebedenboeken, waar aan de onderkant van de band een zak was gebonden. Deze buidel werd dan na gebruik van het boek weer over het boek heen getrokken en met een koord dichtgeregen. Heel stoer, met zo’n boekbuidel aan je riem over straat. De eerste blokdruk gebeurde in hout, letters werden uit hout gesneden. Wat een werk. Pas in de 15e eeuw ging men in Europa drukken met losse loden letters, daardoor kon voor het eerst een hele pagina worden opgemaakt. Dankzij Christoffel Plantijn een Franse boekdrukker die zich in Leiden vestigde, kwam de boekdrukkunst vanaf de 16e eeuw ook in Nederland tot volle bloei. Hoogdruk is inmiddels bijna helemaal vervangen door offset en desktop publishing, maar bestaat nog steeds.

Het gedrukte boek zal nooit verdwijnen, alleen komen er steeds andere boekvormen bij. Dus uitgevers, onderscheid je gewoon in datgene waarin je het beste bent. Als je weet dat docenten geen elektronische boeken bestellen voor hun leerlingen, maak dan gewoon folioboeken. Een folioboek omzetten naar e-book is zo gemakkelijk, dat hoeven we inmiddels niet meer te bewijzen. Fictie-uitgevers: geef wat hoofdstukken weg als e-book, dan verkoopt je folioboek ook weer wat beter. En wat apps uitgeven betreft vraag je altijd af: heeft het toegevoegde waarde? Een app bij een kinderboek is leuk, de illustraties kunnen bewegen, je hebt geluid, je kunt invloed uitoefenen op het verhaal. Maar een app bij een roman is dan weer geen goed idee. Een app bij educatief materiaal ligt meer voor de hand bij vakken als aardrijkskunde en geschiedenis dan bijvoorbeeld bij wiskunde. Een app is tegenwoordig net een reclameblaadje door je brievenbus, je wordt ermee doodgegooid.

Maar ook dit gaat weer voorbij lieve uitgever, dus wees niet getreurd. We krijgen steeds meer keus. Straks hebben we digitale brillen waarin je een boek kunt lezen via je brilglazen, het zogenaamde brilboek. Chips die je onder je huid plaatst waarmee je de informatie direct op je netvlies ziet, het chipboek, jawel. En natuurlijk kun je binnenkort e-books huren via je tv, waarvan je het scherm zo kunt draaien dat het een e-reader wordt. Makkelijk toch?