Uitgever: word hybride!

Uitgever: word hybride!


En dan doel ik niet op het horseless carriage syndrome: een technologische innovatie die in eerste instantie sterk doet denken aan de technologie die op het punt staat om vervangen te worden. Koets werd auto, maar dan enkel zonder paard ervoor. Het boek werd e-book, waarbij het enige verschil was dat het digitaal was in plaats van op papier gedrukt. Maar dat bedoel ik dus niet. Daar is ook al veel, en goed, over geschreven. Waar ik op doel, is een trend die je op dit moment ziet in de auto-industrie, waar menig uitgever naar mijn mening iets van zou kunnen leren: hybride.

De allereerste hybride-auto is inmiddels al meer dan 100 jaar oud! Het was de Nederlander Henri Pieper die voor het eerst een auto had gemaakt met zowel een benzine- als een elektromotor. Pas in het jaar 2000 begon het gemeengoed te worden, toen de eerste Toyota Prius verkrijgbaar was. Inmiddels zijn ze niet weg te denken uit het straatbeeld, wat betekent dat hybride gemeengoed is geworden. Maar, en dat geeft wat mij betreft echt aan dat het aanslaat: het wordt niet enkel meer toegepast om zuinig te rijden dan wel de uitstoot te verlagen. Inmiddels zijn er meerdere supercars geïntroduceerd die ook gebruikmaken van dezelfde techniek, maar dan om meer vermogen op te wekken. Denk aan de Porsche 918 Spyder, de McLaren P1 en de LaFerrari. Als zelfs deze merken voor hun allergrootste toppers met een dergelijke techniek aan de slag gaan, en die inzetten op een manier dat het voor hen werkt, is dat een teken dat het aangeslagen is, maar ook dat het voor iedereen net even anders inzetbaar is.

En dan komen we weer bij de boekenwereld. Daar is namelijk een vergelijkbare trend zichtbaar, die van self publishing en de varianten die daar inmiddels op zijn ontstaan (en nog zullen ontstaan). Self publishing is niet nieuw. Het lijkt erop dat dit een trend van de laatste jaren is, maar het gebeurd al heel veel langer. Het werd langzaam gemeengoed door Lulu, dat in 2002 van start ging en het heel veel gemakkelijker maakte, en heeft sindsdien een enorme vlucht genomen. Van vele kleine auteurs die het zelf doen, omdat ze geen uitgever konden vinden, tot en met bestsellerauteurs die besluiten eigenhandig verder te gaan en Amazon die als faciliterende partij onder andere succesvol in dit gat gesprongen is. Dit kun je vergelijken met de eerste elektrische en eerste hybride-auto’s. De techniek die langzaam ingeburgerd raakt. Maar, net als in de auto-industrie, ontwikkelt het zich ook bij ons verder. Om dat te illustreren, is het goed om op hoofdlijnen een onderscheid te maken in de verschillende soorten van uitgeven die we op dit moment kennen. Zo is er naast het traditioneel uitgeven (bij een uitgever) dus self publishing (ook wel DIY: do it yourself), maar ook nog vanity publishing (ijdel uitgeven, ook wel DIT: do it together). Deze laatste vorm is de meest recente en ook de meest interessante ontwikkeling om in de toekomst goed in de gaten te gaan houden.

Vanity publishing is een vorm van uitgeven waarbij de auteur niet alles zelf doet (self publishing), maar een deel van het werk uitbesteedt aan een al dan niet traditionele uitgever. Deze vorm wordt ook nog wel een gesubsidieerd uitgeven genoemd, omdat je als auteur de uitgever vaak een bepaalde fee betaalt om je boek uitgegeven te krijgen. Deze uitgever zorgt er dan voor dat je een ISBN krijgt, in de catalogus wordt opgenomen en dat je boek in de boekhandel (offline en online) komt te liggen en dus simpelweg beschikbaar wordt. Het verschilt per uitgever hoe de samenwerking er exact uitziet. Dat kan een 50/50-overeenkomst zijn, dat kan zoals ik hiervoor schreef middels een bepaalde fee zijn die je moet betalen, maar het kan hem ook zitten in een slimme verdeling van krachten.

Je kunt je afvragen of deze vorm van uitgeven, zoals je hem het vaakst tegenkomt, wel de beste is voor de auteur. Een van de beginselen van uitgeven, is namelijk het uitgeefrisico. Dat ligt bij traditioneel uitgeven bij de uitgever, en bij self publishing volledig bij de auteur. Die krijgen dan ook evident het grootste deel van de opbrengsten. Bij vanity publishing is het vaak de auteur die het risico neemt, en de uitgever die de meeste opbrengsten krijgt. Dat klinkt niet helemaal fair. Daarnaast moet je je als auteur ook goed bedenken waar je je handtekening onder zet. Maar dat zijn kinderziektes die er vanzelf uit zullen gaan.

Het wordt namelijk pas echt interessant als deze ontwikkeling zich verder voor gaat zetten zoals de hybridetechniek dat in de auto-industrie momenteel doet. En dat is wanneer de traditionele uitgevers de mogelijkheden van deze nieuwe ontwikkelingen gaan onderzoeken en uitproberen (zoals wij samen met Niels Aalberts voor zijn boek Doorbraak! hebben gedaan). De uitgever van nu houdt namelijk, als hij slim is, de hybride auteurs (self published dan wel vanity published) goed in de gaten. Als die succesvol worden, willen ze misschien alsnog al het werk uitbesteden (daar zijn inmiddels ook al meerdere voorbeelden van). Maar je kunt het ook andersom bekijken. Waarom niet een eigen kweekpoel beginnen waarin auteurs zonder, al teveel, bemoeienis van de uitgever hun boek kunnen publiceren? Bij bewezen potentie zouden ze door de uitgever geadopteerd kunnen worden in het reguliere uitgeefprogramma. Of misschien ben je als uitgever wel bereid om je diensten per stuk aan te bieden in plaats van als totaalpakket.

Ik voorspel dat we hier in de toekomst nog vele varianten op zullen gaan zien. En natuurlijk past niet elke variant bij elke uitgever (en diens missie en strategie), maar het lijkt mij heel slim om ook op dit gebied te onderzoeken waar voor jou de kansen en mogelijkheden liggen.