Leve de pluriformiteit
Zowel vroeger als nu roept die - door innovatie gedreven - versnellende samenleving allerlei vragen op. Bijvoorbeeld, als we ’t hebben over de uitgeverij: welke kanalen zullen gaan domineren, en welke worden steeds minder relevant. Is de papieren krant straks verleden tijd? Of maken we dat elkaar wijs, omdat niemand meer kritisch nadenkt, zoals Derk Sauer vorig jaar uiteenzette in een speech die mediamensen naar mijn idee niet mogen missen.
Bij die vraag naar de toekomst van de kanalen - print, online, live - is het misschien aardig om de analogie met de postkoets, of beter gezegd met de transportwereld, even vast te houden. De eens zo revolutionaire postkoets verdween weer toen er transportmiddelen verschenen die in alle opzichten beter, comfortabeler en sneller waren. Er zijn ook transportmiddelen die mee-evolueerden met de tijd. De trein werd moderner en sneller, en bleef bestaan. Weer andere transportmiddelen zagen een deel van hun handel verdwijnen naar de concurrent, maar bleven wel bestaan. Het oceaanschip zag de passagier die van Amsterdam naar New York wilde in het vliegtuig stappen, maar de (zware) vrachtzending bleef gewoon komen.
Zo gaat ’t ook in de uitgeverij. In de strijd om de beste kanalen om woorden en beelden van A naar B te brengen, zullen sommige kanalen sneuvelen omdat ze vervangen worden door alternatieven die op alle fronten beter zijn. Maar meer kanalen zullen zichzelf opnieuw uitvinden en verbeteren - zoals de trein - of een deel van de handel afstoten om op andere terreinen versterkt door te gaan - zoals het oceaanschip. De markt geeft uiteindelijk de doorslag, en die markt houdt - ook dat leren we van de transport - van pluriformiteit en een variatie aan (keuze)mogelijkheden. Da’s best goed nieuws, eigenlijk.